Les 1: Stoffen en mengsels

H1 Stoffen en mengsels
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H1 Stoffen en mengsels

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:

  • Absentie controle
  • Leerdoelen
  • 1.1 Stofeigenschappen
  • P1: Gereedschappen en scheikundige materialen (48)
  • maken 1.1 Stofeigenschappen opdr 1 t/m 5 (WB, 12)
1.1 Stofeigenschappen

Slide 2 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Leerdoelen bij 1.1
Je kunt beschrijven waar scheikundigen zich mee bezig houden.
Je kunt een stof herkennen aan zijn stofeigenschappen.

Je kunt rekenen met dichtheid. 

Slide 3 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Scheikunde

Slide 5 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
  • Stoffen kun je herkennen aan stofeigenschappen.
  • De stofeigenschappen bepalen waarvoor je de stof gebruikt. 
  • Dit zijn geen stofeigenschappen:
    temperatuur
    volume
    massa
  • Waarom niet?

Slide 6 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen.
  • Smaak, als je niet weet of het suiker of zout is. Bij scheikunde mag je nooit proeven. Je weet namelijk niet of er toevallig een gevaarlijke stof is gebruikt.

Slide 7 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen.
  • Smaak, als je niet weet of het suiker of zout is. Bij scheikunde mag je nooit proeven. Je weet namelijk niet of er toevallig een gevaarlijke stof is gebruikt.
  • Geur, je moet er voorzichtig aan ruiken, waspoeder heeft een kenmerkende geur en alcohol, ammoniak en terpentine hebben een typische geur.

Slide 8 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Fase, dit geeft de toestand aan waarin de stof zich bevind, er zijn er vier namelijk vast, vloeibaar, gasvormig en plasma.

Slide 9 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Fase, dit geeft de toestand aan waarin de stof zich bevind, er zijn er vier namelijk vast, vloeibaar, gasvormig en plasma.

Slide 10 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Kleur, koper is roodbruin en goud is geel Als een stof geen kleur heeft spreek je van een kleurloze stof, bijvoorbeeld water, alcohol of ammonia.

Slide 11 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Kleur, koper is roodbruin en goud is geel Als een stof geen kleur heeft spreek je van een kleurloze stof, bijvoorbeeld water, alcohol of ammonia.
  • Oplosbaarheid, niet alle stoffen lossen op even goed op in water, de mate van oplosbaarheid zegt iets over de herkenbaarheid. Zo lost zout goed op in water en krijt slecht (er kan wel een beetje krijt oplossen).

Slide 12 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Elektrische geleiding, metalen en koolstof geleiden de elektrische stroom goed, terwijl kunststoffen stroom juist niet door laten.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Kookpunt, de temperatuur waarbij een vloeistof kookt. Water, alcohol en terpentine zijn kleurloze vloeistoffen. Water kookt bij 100 oC, alcohol bij 78 oC en terpentine bij 180 oC.

Slide 15 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Kookpunt, de temperatuur waarbij een vloeistof kookt. Water, alcohol en terpentine zijn kleurloze vloeistoffen. Water kookt bij 100 oC, alcohol bij 78 oC en terpentine bij 180 oC.
  • Smeltpunt, de temperatuur waarbij een vaste stof smelt. Als de gesmolten stof afkoelt gebeurt dat bij dezelfde temperatuur. 

Slide 16 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Kookpunt, de temperatuur waarbij een vloeistof kookt. Water, alcohol en terpentine zijn kleurloze vloeistoffen. Water kookt bij 100 oC, alcohol bij 78 oC en terpentine bij 180 oC.
  • Smeltpunt, de temperatuur waarbij een vaste stof smelt. Als de gesmolten stof afkoelt gebeurt dat bij dezelfde temperatuur. 

Slide 17 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Gevaarlijke stoffen
  • Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je vooraf de gevaren kent. De eigenschappen die een gevaar kunnen leveren staan als gevarensymbolen of (veiligheids-)pictogrammen op de etiket.

Slide 18 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Gevaarlijke stoffen
  • Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je vooraf de gevaren kent. De eigenschappen die een gevaar kunnen leveren staan als gevarensymbolen of (veiligheids-)pictogrammen op de etiket.

Slide 19 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Gevaarlijke stoffen
  • Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je vooraf de gevaren kent. De eigenschappen die een gevaar kunnen leveren staan als gevarensymbolen of (veiligheids-)pictogrammen op de etiket.
  • Zie BINAS tabel 31 en 39.
  • Als je met gevaarlijke stoffen werkt, is het verstandig om de ook chemiekaarten te raadplegen.

Slide 20 - Tekstslide

H1 Stoffen en mengsels
AAN DE SLAG

  • som 1 t/m 10 + 13
  • Maar niet: 3C en 3D

Slide 21 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Dichtheid, is de massa van een bepaalde hoeveelheid stof.    De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cmen de dichtheid van ijzer 7,9 g/cm3

Slide 22 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Dichtheid, is de massa van een bepaalde hoeveelheid stof.    De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cmen de dichtheid van ijzer 7,9 g/cm3
  • Dat betekent dat een blokje aluminium met een volume van 1 cm3 een massa heeft van 2,7 gram.

Slide 23 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Dichtheid, is de massa van een bepaalde hoeveelheid stof.    De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cmen de dichtheid van ijzer 7,9 g/cm3
  • Dat betekent dat een blokje aluminium met een volume van 1 cm3 een massa heeft van 2,7 gram.
  • De dichtheid kun je berekenen door de massa te delen door het volume.
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 24 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
  • Dichtheid, is de massa van een bepaalde hoeveelheid stof.    De dichtheid van aluminium is 2,7 g/cmen de dichtheid van ijzer 7,9 g/cm3
  • Dat betekent dat een blokje aluminium met een volume van 1 cm3 een massa heeft van 2,7 gram.
  • De dichtheid kun je berekenen door de massa te delen door het volume.
dichtheid=volumemassa

Slide 25 - Tekstslide

1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen

Slide 26 - Tekstslide

H1 Stoffen en mengsels
AAN DE SLAG

  • Maken som 3C en 3D + 11
  • Afmaken som 1 t/m 10 + 13

Slide 27 - Tekstslide

Dichtheid berekenen 
Deel de massa (in gram) door het volume (in           )

cm3

Slide 28 - Tekstslide

Welkom M3B!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je scheikunde boek op tafel te leggen. 

Slide 29 - Tekstslide