Ik kan een stof omschrijven aan de hand van stofeigenschappen.
Ik kan de betekenis van de gevarensymbolen benoemen.
Ik snap het begrip dichtheid. (BK)
Ik kan rekenen met dichtheid. (TL)
Slide 2 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen.
Slide 3 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen.
Smaak, als je niet weet of het suiker of zout is. Bij scheikunde mag je nooit proeven. Je weet namelijk niet of er toevallig een gevaarlijke stof is gebruikt.
Slide 4 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Stofeigenschappen zijn kenmerken waaraan je een stof kunt herkennen.
Geur, je moet er voorzichtig aan ruiken, waspoeder heeft een kenmerkende geur en alcohol, ammoniak en terpentine hebben een typische geur.
Slide 5 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Fase, dit geeft de toestand aan waarin de stof zich bevind.
Er zijn er drie:
vast, vloeibaar, en gasvormig.
Slide 6 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Fase, dit geeft de toestand aan waarin de stof zich bevind.
Er zijn er drie:
vast, vloeibaar, en gasvormig.
Slide 7 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Kleur, koper is roodbruin en goud is geel Als een stof geen kleur heeft spreek je van een kleurloze stof, bijvoorbeeld water, alcohol of ammonia.
Slide 8 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Oplosbaarheid, niet alle stoffen lossen op even goed op in water, de mate van oplosbaarheid zegt iets over de herkenbaarheid. Zo lost zout goed op in water en krijt slecht.
Slide 9 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Elektrische geleiding, metalen en koolstof geleiden de elektrische stroom goed, terwijl veel kunststoffen stroom juist niet door laten.
Slide 10 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Kookpunt, de temperatuur waarbij een vloeistof kookt. Water, alcohol en terpentine zijn kleurloze vloeistoffen. Water kookt bij 100 oC, alcohol bij 78 oC en terpentine bij 180 oC.
Slide 11 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Kookpunt, de temperatuur waarbij een vloeistof kookt. Water, alcohol en terpentine zijn kleurloze vloeistoffen. Water kookt bij 100 oC, alcohol bij 78 oC en terpentine bij 180 oC.
Smeltpunt, de temperatuur waarbij een vaste stof smelt. Als de gesmolten stof afkoelt gebeurt dat bij dezelfde temperatuur.
Slide 12 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Stofeigenschappen
Dichtheid, is de massa van een bepaalde hoeveelheid stof.
Slide 13 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Gevaarlijke stoffen
Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je vooraf de gevaren kent. De eigenschappen die een gevaar kunnen leveren staan als gevarensymbolen of (veiligheids-)pictogrammen op de etiket.
Slide 14 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Gevaarlijke stoffen
Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je vooraf de gevaren kent. De eigenschappen die een gevaar kunnen leveren staan als gevarensymbolen of (veiligheids-)pictogrammen op de etiket.
Zie VAARDIGHEDEN
Slide 15 - Tekstslide
1.1 Stofeigenschappen
Gevaarlijke stoffen
Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je vooraf de gevaren kent. De eigenschappen die een gevaar kunnen leveren staan als gevarensymbolen of (veiligheids-)pictogrammen op de etiket.
Zie BINAS tabel 31 en 39.
Als je met gevaarlijke stoffen werkt, is het verstandig om ook chemiekaarten te raadplegen.