Formuleren | Signaalwoorden en tekstverbanden
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Eerst vertellen:
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Welke signaalwoorden
ken je al?
ken je al?
Slide 4 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Maak een zin met het tekstverband tijdsverloop. Gebruik de signaalwoorden.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Op welk tekstverband wijzen de signaalwoorden 'want' en 'omdat'?
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Tegenstelling
D
Reden
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Om welk tekstverband gaat het hier?
Ik kreeg een hapje en een drankje.
Ik kreeg een hapje en een drankje.
A
Opsomming
B
Reden
C
Oorzaak/gevolg
D
Tegenstelling
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welke zin is het tekstverband tegenstelling ?
A
Ik wil langskomen. Ik heb echter geen tijd.
B
Eerst ga ik sporten, daarna kom ik langs.
C
Ik heb tijd om langs te komen en ook veel zin.
D
Ik kom langs, omdat ik daar tijd voor heb.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noteer het tekstverband en het bijbehorende signaalwoord:
Dit vakantiepark heeft een mooi zwembad. Daarnaast zijn er enkele whirpools.
Dit vakantiepark heeft een mooi zwembad. Daarnaast zijn er enkele whirpools.
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noteer het tekstverband en het bijbehorende signaalwoord:
Door de zware storm waren veel wegen in het land onbegaanbaar.
Door de zware storm waren veel wegen in het land onbegaanbaar.
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noteer de signaalwoorden:
Als je op tijd bent, sta je in de basis; maar als je te laat bent, zit je op de bank.
Als je op tijd bent, sta je in de basis; maar als je te laat bent, zit je op de bank.
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noteer de signaalwoorden (3x):
Joy eet geen granen, zoals tarwe en gerst. Ze heeft namelijk een glutenallergie.
Joy eet geen granen, zoals tarwe en gerst. Ze heeft namelijk een glutenallergie.
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
