6. De parlementaire democratie

Politiek


6. De parlementaire democratie
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Politiek


6. De parlementaire democratie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat een parlementaire democratie is.

Slide 2 - Tekstslide

Inloggen via LessonUp
Herhaling paragraaf 3.5 
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Recht van interpellatie?
A
Een groot onderzoek instellen
B
Een wetsvoorstel veranderen
C
Een minister ter verantwoording roepen
D
Zelf een wetsvoorstel indienen

Slide 4 - Quizvraag

De eerste kamer heeft
A
150 zetels
B
het primaat
C
75 zetels
D
recht van amendement

Slide 5 - Quizvraag

De Eerste Kamer is anders dan de Tweede Kamer. De Eerste Kamer mag...
A
Nieuwe wetten ondertekenen.
B
Een wetsvoorstel in zijn geheel goed- of afkeuren.
C
Amendementen indienen als ze een wetsvoorstel willen verbeteren.
D
Zelf wetten maken.

Slide 6 - Quizvraag

Hoe wordt de eerste kamer gekozen?
A
Door de tweede kamer
B
Door de regering
C
Door de Provinciale Staten
D
Direct door de bevolking

Slide 7 - Quizvraag

De coalitie is..
A
De partijen die de regering vormen.
B
De andere partijen dan de regeerpartijen.
C
Uitspraken van de tweede kamer.
D
Alle 150 leden in de kamer

Slide 8 - Quizvraag

Wie zitten er in de Tweede Kamer?
A
ministers
B
gekozen politieke partijen
C
100 politieke partijen
D
linkse partijen

Slide 9 - Quizvraag

De Tweede en de Eerste kamer
A
de gemeentelijke overheid
B
de provinciale overheid
C
het landsbestuur
D
De inrichting van het bestuur van een staat (land) en zijn onderdanen.

Slide 10 - Quizvraag

Wat houdt motie van wantrouwen in?
A
De Tweede kamer vertrouwt de minister niet.
B
De Tweede kamer vertrouwt de koning niet.
C
De Tweede kamer vertrouwt de Eerste kamer niet.
D
De Tweede kamer vertrouwt de staatssecretaris niet.

Slide 11 - Quizvraag

De tweede kamer.
Door wie worden de mensen in de tweede kamer gekozen?
A
Kinderen
B
Alle mensen boven de 18 jaar
C
De koning
D
Leerkrachten

Slide 12 - Quizvraag

De tweede kamer is in...
A
Amsterdam
B
Den Bosch
C
Utrecht
D
Den Haag

Slide 13 - Quizvraag


Wat is oppositie?
A
Overzicht van de regeringsplannen
B
De partijen in de Tweede Kamer die niet in de regering zitten
C
Een plan om een maatschappelijk probleem op te lossen
D
De ministers en staatssecretarissen

Slide 14 - Quizvraag

Je gaat zelfstandig de tekst lezen 

Blz. 50 en 51 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

De grondwet

Grondwet
Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers én de overheid.

In de grondwet staan grondrechten / mensenrechten.

Slide 17 - Tekstslide

Grondwet
  • Klassieke grondrechten (deze rechten moet de overheid garanderen)
  • Sociale grondrechten (Deze rechten hoeft de overheid niet te garanderen, maar moet zich er wel voor inspannen)

Slide 18 - Tekstslide

Klassieke grondrechten 
 (Garandatie plicht)

1. Recht op gelijke behandeling in gelijke gevallen

2. De persoonlijke vrijheid.

3. De politieke vrijheid.


Sociale grondrechten
(Inspanningsverplichting) 

1. Recht op werk.


2. Recht op onderwijs.

3. Recht op onderdak.


Slide 19 - Tekstslide

De Trias Politica

Slide 20 - Tekstslide

Wat heeft allemaal invloed op de politiek?
Onderzoekers
Pressiegroepen
Jij zelf!
Sluit je aan bij een pressiegroep Of gebruik de kracht van Social Media om een onderwerp onder de aandacht te brengen.

Slide 21 - Tekstslide

Invloed van pressiegroep

Pressiegroepen:
groepen die met bepaalde belangen de politiek willen beinvloeden.

Greenpeace, BONT voor dieren, LAKS, Amnesty

Actie voeren
Lobbyen = steun vragen voor jouw standpunten bij de politiek.
Overleg voeren: grote pressiegroepen zoals de ANWB overleggen met de minister

Slide 22 - Tekstslide