1hv-2-so

Waarneming, regeling en gedrag

Basisstof 1 - Je omgeving waarnemen
Basisstof 2 - Voelen, ruiken en proeven
Basisstof 3 - Horen en zien
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Waarneming, regeling en gedrag

Basisstof 1 - Je omgeving waarnemen
Basisstof 2 - Voelen, ruiken en proeven
Basisstof 3 - Horen en zien

Slide 1 - Tekstslide

1. Een zintuig is een orgaan dat prikkels opvangt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

2. De hoornlaag beschermt je huid tegen uitdroging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

3. Bloedvaten komen voor in de kiemlaag van de huid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

4. Sofie pakt haar pen op.
Zij voelt haar pen, doordat in de tastzintuigen impulsen ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

5. Lynn heeft bruine ogen.
Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

6. De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

7. Siem neemt een tatoeage.
In welke laag van de huid moet de tatoeage aangebracht worden om te blijven zitten?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel

Slide 8 - Quizvraag

8. In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan.
Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes

Slide 9 - Quizvraag

9. Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er prikkels omgezet worden naar impulsen, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies

Slide 10 - Quizvraag

10. Welk deel van het oog of het gezicht kunnen het netvlies beschermen tegen te fel licht?
A
Hoornvlies
B
Lens
C
Pupil
D
Wimpers

Slide 11 - Quizvraag

11. Zet in de juiste volgorde. Noteer als volgt:
A-B-C-D
1.
2.
3.
4.
A. Een impuls gaat naar de hersenen.
B. Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
C. Het meisje voelt dat het water koud is.
D. Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen

Slide 12 - Sleepvraag

12. Hoe heet onderdeel 12?

Slide 13 - Open vraag

13. Hoe heet onderdeel 9?

Slide 14 - Open vraag

14. Hoe heet onderdeel 7?

Slide 15 - Open vraag

15. In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend.
Met welk nummer is een zweetklier aangegeven?

Slide 16 - Open vraag

16. Iemand heeft snel last van vet haar.
Welke stof wordt bij deze persoon veel geproduceerd door de hoofdhuid?

Slide 17 - Open vraag

Geluidstrillingen.
Oorschelp
Trommelvlies en gehoorbeentjes.
Slakkenhuis
Zenuwen

Slide 18 - Sleepvraag

18. Sleep de huid laag naar de juiste plaats
Onderhuids bindweefsel
Lederhuid
Hoornlaag
Kiemlaag

Slide 19 - Sleepvraag

19. Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
iris
Harde oogvlies
Glasachtig lichaam

Slide 20 - Sleepvraag


20. Wat is waar?
A
Traanvocht wordt geproduceerd door deel 1.
B
Traanvocht wordt verspreid over het oog door deel 2.
C
Traanvocht beschermt deel 3 tegen uitdroging.
D
Traanvocht wordt afgevoerd door deel 8.

Slide 21 - Quizvraag