9.1 Ongezond

H9 Gezondheid
Les 9.1 Ongezond

Boek blz. 99 - 103
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H9 Gezondheid
Les 9.1 Ongezond

Boek blz. 99 - 103

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Je leert wat een gezonde leefstijl is en wat genotmiddelen zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Leefstijl
Zijn al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, (school)werk, bewegen en ontspannen.

Je leefstijl heeft invloed op je gezondheid.

Slide 4 - Tekstslide

Genotmiddelen, welke ken je?

Slide 5 - Woordweb

Verslaving
Wanneer je niet meer zonder een bepaalde stof uit genotmiddelen kunt.


Drank: Alcohol
Sigaretten: Nicotine

Slide 6 - Tekstslide

Afkicken is heel moeilijk
Veel mensen proberen van hun verslaving af te komen.

De ontwenningsverschijnselen zijn erg heftig, je voelt je lichamelijk erg ziek.

Je kan het een beetje vergelijken als je honger hebt. Je bent moe, chagrijnig en hebt continu de behoefte aan eten. Maar dit gevoel heb je dan dagen (soms weken) lang.

Slide 7 - Tekstslide

Ontwenningsverschijnselen
Je begint te zweten
Je begint te trillen
Je kunt koorts krijgen
Je kunt misselijk worden
Je kunt hoofdpijn krijgen

Slide 8 - Tekstslide

Sam speelt het liefst de hele dag minecraft op zijn iPad. Tijdens de les op school lukt het hem niet om met zijn opdrachten op de iPad bezig te gaan en blijft hij stiekem minecraft spelen.
Wat voor verslaving heeft Sam?
A
Geestelijk
B
Lichamelijk
C
Sociaal

Slide 9 - Quizvraag

Je rookt elke dag. Je vindt het moeilijk om te stoppen omdat je dan niet meer samen met je vrienden gezellig buiten kunt staan. Op welke manier ben je dan afhankelijk van een genotmiddel?
A
lichamelijk afhankelijk
B
geestelijk afhankelijk
C
sociaal afhankelijk

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Alcohol
Verdooft je hersenen, daardoor reageer je minder goed.

Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen
Cirrose is het onomkeerbare proces waarbij levercellen worden omgezet tot littekenweefsel


Veel en vaak drinken veroorzaakt blijvende schade aan hersenen, lever en andere organen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Wat moet je doen?
Blz. 99 - 103 opdracht 1 t/m 11 maken

--> Af op maandag 6 december

Slide 17 - Tekstslide

Doel van de les
Je leert wat een gezonde leefstijl is en wat de effecten van alcohol drinken, roken en het gebruik van drugs zijn.

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen roken
Nicotine - verslavende stof en vernauwt bloedvaten

Koolstofmonoxide - neemt de plaats van zuurstof in je bloed in, waardoor je cellen minder zuurstof krijgen. Je wordt hierdoor sneller moe.

Teer - beschadigt trilhaartjes in de luchtwegen, maakt longblaasjes kapot (longemfyseem) en verhoogt de kans op longkanker.

Slide 19 - Tekstslide


Welke stof uit tabaksrook is verslavend? 

A
koolmonoxide
B
nicotine
C
teer

Slide 20 - Quizvraag

Roken
Koolstofmonoxide 
Neemt in de rode bloedcel de plek in van zuurstof. Hierdoor kan er minder zuurstof vervoerd worden.

Teer is kankerverwekkend.
Het vormt een laagje aan de binnenkant van de longblaasjes

Nicotine heeft een sterk verslavend effect. Het vernauwt de bloedvaten

Slide 21 - Tekstslide

Welke stof in een sigaret zorgt ervoor dat je conditie omlaag gaat omdat er minder zuurstof vervoerd wordt door je rode bloedcellen?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
COPD

Slide 22 - Quizvraag

Welke stof in sigaretten vergroot de kans op longkanker?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
COPD

Slide 23 - Quizvraag

Drugs
Drugs stimuleren je hersenen, verdoven je hersenen of laten je hersens anders werken.

Blowen kan je stemming versterken, daardoor kun je je beter of slechter voelen.

Slide 24 - Tekstslide

Verdovende middelen - Laten je hersenen trager werken, versuffend. Verminderen pijn, angst. Voorbeeld: alcohol, heroïne, slaapmiddelen, lachgas, hasj, wiet.

Stimulerende middelen - Laten je hersenen sneller werken. Voorbeelden: nicotine, cafeïne, cocaïne, speed, xtc.

Bewustzijn veranderende middelen - Laten je hersenen anders werken. De werkelijkheid beleef je anders. Paddo's , lsd, lachgas, hasj en wiet

Slide 25 - Tekstslide

Harddrugs en softdrugs
Drugs kunnen worden opgedeeld in harddrugs en softdrugs

Softdrugs zijn middelen die verslavend werken. Als je het vaak genoeg gebruikt dan is de kans groot verslaafd te raken.

Harddrugs zijn middelen die zeer verslavend werken. Als je het een paar keer hebt gebruikt dan kan je al verslaafd raken.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide