Die, deze (
als je naar een de woord verwijst)
dit, dat (als je naar een het woord verwijst)
Zulke, dergelijke, zo'n, dezelfde, hetzelfde
Deze woorden gebruik je alleen als je iets aan kan wijzen. Verwijzen is weer iets anders!
1. die jongens lopen wel op straat (aanwijzend vnw)
2. de jongens die wel op straat lopen (geen aanw. vnw)