zakelijke email

DE ZAKELIJKE EMAIL
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolBeroepsopleidingvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

DE ZAKELIJKE EMAIL

Slide 1 - Tekstslide

Je leert de spellingsregels voor d, t of dt.
Je leert algemene regels voor actief schrijven.
Aan het einde van de les kan je een zakelijke email schrijven. 
WAT LEREN WE DEZE LES?

Slide 2 - Tekstslide

1. D, T OF DT?
2. ACTIEF SCHRIJVEN: HOE DOE JE DAT?
ENKELE ALGEMENE REGELS

Slide 3 - Tekstslide

D OF T? 
ONTDEK HET IN HET FILMPJE OP DE VOLGENDE PAGINA EN LOS DAARNA DE VRAGEN OP.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Duid de juiste antwoorden aan
A
Ik word
B
Jij word
C
Ik wordt
D
Jij wordt

Slide 6 - Quizvraag

Duid het foute antwoord aan
A
Ik had
B
Jij had
C
hij had
D
U hadt

Slide 7 - Quizvraag

Duid de foute antwoorden aan
A
Hij betaalt
B
Hij word betaalt
C
Hij wort betaald
D
Hij wordt betaald

Slide 8 - Quizvraag

ENKELE ALGEMENE REGELS VOOR ACTIEF SCHRIJVEN, ONTDEK JE IN HET FILMPJE OP DE VOLGENDE PAGINA. 
Houd hier rekening mee wanner je je email schrijft.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Waarvoor staat 'e-mailen'?
E = Electronic en dat betekent in het Nederlands  
Mail betekent in het Nederlands  
Electronic mail = 

WAT IS EEN E-MAIL?
ELEKTRONISCH
POST
ELEKTRONISCHE POST

Slide 11 - Tekstslide

DE EMAIL-GEBODEN
Hieronder vind je de 10 geboden van de e-mailetiquette. Houd hier altijd rekening mee.
1. Raadpleeg dagelijks en liefst meermaals per dag uw e-mailberichten, zodat je snel kan reageren indien nodig. 

2. Antwoord snel op e-mailberichten die je werkelijk interesseren, liefst binnen de 24 uur.

3. Schenk geen aandacht aan spamberichten. Gooi ze meteen in de prullenmand. 

Slide 12 - Tekstslide

4. Gebruik geen hoofdletters, behalve bij het begin van een zin. Wie in hoofdletters e-mailt geeft de indruk van te schreeuwen en dat wordt alleen aanvaard wanneer het nodig is om te schreeuwen, bv. bij extreme agressie, wanneer iemand al twee keer gezegd heeft dat hij een factuur zal betalen en het nog altijd niet gedaan heeft. 

5. Als je een offerte doorstuurt per e-mail zorg dan dat je een minimum aan bijlagen toevoegt aan je bericht. Plaats bijvoorbeeld alle bijlagen in één PDF-document. 

6. Gebruik een correcte taal, vermijd taalfouten. Herlees daarom je e-mailbericht voor je het verstuurt.

7. Beperk je inzake afkortingen. Niet iedereen is vertrouwd met de afkortingen die voor jouw vanzelfsprekend zijn. Het werkt de onduidelijkheid alleen maar in de hand. 

Slide 13 - Tekstslide


8. Gebruik nooit lange zinnen. Wanneer je toch een lange zin geschreven hebt, kap die zin dan tijdens het nalezen in twee of drie delen. Het leest vriendelijker. 

9. Beperk het aantal woorden in een e-mailbericht tot maximaal 15 à 20 woorden. Indien je meer detailbeschrijvingen nodig vindt, doe dit dan in een bijlage. Omvangrijke e-mails worden in verhouding slechts zeer zelden gelezen, behalve wanneer het een bericht (rapport, contractvoorstel e.d.) is dat je verwacht en/of zelf gevraagd hebt. 

10. Zet niet al jouw adressen op de plaats van de bestemmeling want zo nodig je anderen uit hun adressenbestand uit te breiden en mag je ervan overtuigd zijn dat je vroeg of laat meer spam zal krijgen. Daarom zet je meerdere adressen in blinde kopie (bbc).

Slide 14 - Tekstslide

ZAKELIJK OF PERSOONLIJK?
Welke van de hieronder weergegeven e-mailberichten is persoonlijk en welke is zakelijk?

Slide 15 - Tekstslide

Dit is een persoonlijke email
Dit is een zakelijke email

Slide 16 - Sleepvraag

Dit is een persoonlijke email
Dit is een zakelijke email

Slide 17 - Sleepvraag

Opmaak zakelijke email
aan: mailadres geadresseerde
onderwerp: waar gaat de email over?

Aanhef: Geachte heer/mevrouw 
Inleiding: Wie ben je? Waarom schrijf je?
Kern: Belangrijke informatie, geven/vragen etc.
Afsluiting: bedankje en wat verwacht je?

Met vriendelijke groet 

Naam + achternaam

Slide 18 - Tekstslide


Een zakelijke email 

Slide 19 - Tekstslide

Bij een zakelijke email geef je altijd aan waar het over gaat in de regel:
A
onderwerp
B
slotgroet
C
slot
D
inleiding

Slide 20 - Quizvraag

Ik wil mijn nieuwe camera laten repareren bij de zaak waar ik die gekocht heb. Ik schrijf een ..................................... email naar die afdeling.


A
zakelijke
B
persoonlijke

Slide 21 - Quizvraag

In een zakelijke email staan minstens 2 komma's. Waar of niet waar?
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 22 - Quizvraag

Ga aan de slag met de zakelijke e-mail.

Klaar? Fictieopdracht 1

Slide 23 - Tekstslide

KORTE NABESCHOUWING
A
Ik heb veel bijgeleerd
B
Ik heb veel geleerd maar doe dit liever in de klas
C
Het maakt voor mij geen enkel verschil
D
GEZEVER!

Slide 24 - Quizvraag