V&U hoofdstuk 3

Welkom!

Ben je klaar voor de les?
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 5 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ben je klaar voor de les?

Slide 1 - Tekstslide

Economie - Havo 5

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Structuur
  • Kwantiteit Arbeid

Slide 3 - Tekstslide

Lijst BBP
  • Welke landen staan hoog?
  • Waarom?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Lijst BBP
  • Welke landen staan hoog? 
  • Waarom? 

Grote landen met veel inwoners
Middelgrote landen met sterke industrie en/of hoogopgeleide bevolking

Slide 6 - Tekstslide

Structuur
  • Structuur => de manier waarop iets in elkaar zit
  • Structuur economie => de kwaliteit en kwantiteit van de productiefactoren (KANO)

Slide 7 - Tekstslide

Productiefactoren
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap

Slide 8 - Tekstslide

Productiecapaciteit
  • Structuur bepaalt de productiecapaciteit
  • Hoogte en groei van BBP op de lange termijn

Slide 9 - Tekstslide


                 Hoogconjunctuur
  
      Hoogconjunctuur





                                                             Laagconjunctuur
                                                                                = gemiddeld

Slide 10 - Tekstslide

Arbeid
Aanbod op de arbeidsmarkt

=> Beroepsbevolking
Alle mensen die in een land kunnen, mogen en willen werken

Kwaliteit en kwantiteit van de beroepsbevolking/productiefactor arbeid heeft invloed op productiecapaciteit en dus op BBP


Slide 11 - Tekstslide

Kwantiteit (hoe veel is het?)
Grotere omvang van aanbod van arbeid op arbeidsmarkt-> grotere totale productie
  • omvang van de bevolking
  • samenstelling van de bevolking => leeftijdsverdeling, arbeids(on)geschiktheid
  • voltijd/deeltijd
  • participatiegraad => participatie vrouwen/minderheden
  • leerplichtleeftijd & pensioenleeftijd 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Samenstelling

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Voltijd/deeltijd

Slide 16 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Structuur economie
  • Kwantiteit productiefactor arbeid

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Lezen 3.1 en 3.2.1
  • Maken 3.1 t/m 3.6

Slide 18 - Tekstslide

Welkom!

Ben je klaar voor de les?

Slide 19 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Arbeidsproductiviteit
  • Loonkosten per product
  • Kwaliteit productiefactor arbeid 

Slide 20 - Tekstslide

Pitstops
'Formula 1 pitstops 1950 and today' 

  • Wat valt op aan de snelheid van productie?
  • Wat is het verschil bij de factor arbeid? 
  • Wat is het verschil bij de factor kapitaal?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Arbeidsproductiviteit

  • De arbeidsproductiviteit is de gemiddelde productie van één werknemer in een bepaalde periode

  • Hoe meer een werknemer in een bepaalde periode kan produceren, hoe productiever hij/zij is.

Slide 23 - Tekstslide

Loonkosten per product
  • Concurreren met lage lonen landen?
  • Hoe lager de loonkosten per product, hoe lager de verkoopprijs, hoe sterker de concurrentiepositie.
  • Als de arbeidsproductiviteit sterker stijgt dan de loonkosten, dalen de loonkosten per product en dit versterkt de internationale concurrentiepositie

Slide 24 - Tekstslide

Kwaliteit (hoe goed is het?)
Betere kwaliteit -> hogere arbeidsproductiviteit --> grotere totale productie

  • Opleidingsniveau
  • Specialisatie
  • Arbeidsmentaliteit

Slide 25 - Tekstslide

Opleidingsniveau
Percentage 30-34jarigen met 
afgeronde opleiding Hoger Onderwijs

(donker) blauw = boven gemiddelde EU
(donker) rood = onder gemiddelde EU

Slide 26 - Tekstslide

Specialisatie
Arbeiders die zich specifiek richten een  bepaald onderdeel van het productieproces. Hierdoor worden ze er ook steeds beter in!

  • Opleiding 
=> bijv. hersenchirurg, technisch expert scheepsbouw
  • Organisatie productie 
=> lopende band, 'linkerwiel pitstop'

Slide 27 - Tekstslide

Arbeidsmentaliteit
Cultureel/historisch bepaald (gemiddeld)

Bijvoorbeeld:
=> Amerikaanse full-time medewerker maakt gemiddeld 47 uur per week (tov Nederland 36) en neemt zelden vakantie
=> Oost-Duitse medewerkers melden zich gemiddeld vaker ziek en nemen minder initiatief tov West-Duitse medewerkers



Slide 28 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Arbeidsproductiviteit
  • Loonkosten per product
  • Kwaliteit productiefactor arbeid 

Slide 29 - Tekstslide

Mechanisering & Automatisering
Mechanisering
Machines nemen fysiek werk over = 'Vervanging spierkracht'
=> wasmachine, oogstmachine, tillift, robot
                      
Automatisering
Computers vervangen arbeid = 'Vervanging denken, regelen, organiseren'
=> Centrale Verwarming, online bankieren, moderne fabriek, ChatGPT


Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Maken 3.1 t/m 3.6
  • Klaar? Lees 3.2.2 en maak 3.7 t/m 3.11

Slide 31 - Tekstslide

Als de arbeidsproductiviteit in verhouding sneller stijgt dan de lonen, zullen de loonkosten per product..
A
stijgen
B
dalen
C
gelijk blijven

Slide 32 - Quizvraag

De productiecapaciteit en daarmee de productie is afhankelijk van de hoeveelheid en kwaliteit van de productiefactoren.

 kwanititeit en kwaliteit van productiefactor arbeid bekeken. Wat weet je daar nog van?

Slide 33 - Tekstslide

Kwaliteit

Scholing
Efficiëntie van de organisatie
Mate van mechanisering en automatisering van het productieproces
Arbeidsmentaliteit
Kwantiteit

omvang van de bevolking
samenstelling van de bevolking
participatiegraad
wetgeving/ leerplichtleeftijd/ pensioenleeftijd

Slide 34 - Tekstslide

Invloed kapitaal op de productie(capaciteit)?
  • Verschillende betekenissen: vaste kapitaalgoederen en geldkapitaal.
  • Dit komt samen bij investeringen: bedrijven kopen kapitaalgoederen van geleend geld.
  • Meer en betere kapitaalgoederen vergroten de productiecapaciteit.
  • Nieuwe, betere productieprocessen heten 'innovaties'
  • Bijv. door mechanisatie minder mensen nodig.
  • Door betere productieprocessen dalen de loonkosten per product.
  • Technische vernieuwingen kunnen arbeids-, kapitaal- en milieubesparend zijn.

Slide 35 - Tekstslide

Invloed natuur op de productie(capaciteit)?
  • Natuurlijke omstandigheden bepalen de samenstelling van de productie van een land.
  • Belangrijke productiefactor, maar moeilijk te beïnvloeden.

Slide 36 - Tekstslide

Invloed ondernemerschap op de productie(capaciteit)?
  • Ondernemerschap kan gezien worden al een eigenschap van mensen die arbeid verrichten. Daarom vaak onder arbeid.
  • Wel: goed ondernemerschap kan zorgen voor een efficiënte organisatie van het productieproces

Slide 37 - Tekstslide