Instructie 7.3 Duurzame landbouw

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Door de bio-industrie (intensieve veehouderij) is de voedselproductie in Nederland verhoogd.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Een gemengd bedrijf
A
Houdt dieren op grote schaal
B
Werkt op biologische wijze
C
Doet aan zowel akkerbouw als veeteelt

Slide 14 - Quizvraag

Waarin verschilt de biologische landbouw van de gangbare landbouw?
A
De biologische landbouw is ouderwets.
B
De biologische landbouw is gericht op natuur- en landschapsbehoud.
C
In de biologische landbouw worden geen chemische middelen gebruikt.
D
In de biologische landbouw worden antibiotica en bestrijdingsmiddelen gebruikt

Slide 15 - Quizvraag

Welk kenmerk past niet bij biologische landbouw?
A
Ze gebruiken mest van dieren
B
Ze gebruiken geen chemische gewasbeschermingsmiddelen
C
Dieren hebben meer ruimte in de stallen
D
Ze gebruiken vaak antibiotica om hun dieren te beschermen tegen ziekten

Slide 16 - Quizvraag

Resistentie treed op wanneer ...
A
een gewas gevoelig is voor schadelijke insecten.
B
schadelijk insecten ongevoelig zijn voor het bestrijdingsmiddelen.
C
een populatie schadelijke insecten ongevoelig is voor bestrijdingsmiddelen.
D
een populatie schadelijke insecten gevoelig is voor bestrijdingsmiddelen.

Slide 17 - Quizvraag

Gebruikt de biologische landbouw chemische gewasbeschermingsmiddelen?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Dat de sluipwesp wordt ingezet als bestrijding van witte vliegen noemen we:
A
Kunstmatige selectie
B
Vruchtwisseling
C
bestrijding met natuurlijke vijanden
D
Bestrijding met biociden

Slide 19 - Quizvraag

Bij bioaccumulatie hebben organismen aan het begin van een voedselketen het meeste last van de bestrijdingsmiddelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Welk type landbouw zie je hier?
A
Precisielandbouw
B
Kringloop landbouw
C
Biologische landbouw
D
Verticale landbouw

Slide 21 - Quizvraag

Welk type landbouw zie je hier?
A
Precisielandbouw
B
Kringloop landbouw
C
Biologische landbouw
D
Verticale landbouw

Slide 22 - Quizvraag

Welk type landbouw zie je hier?
A
Precisielandbouw
B
Kringloop landbouw
C
Biologische landbouw
D
Verticale landbouw

Slide 23 - Quizvraag