De bekende vragen:
'Hoe wordt de spannende sfeer gerealiseerd?’
‘Hoe wordt naar het einde/ de climax toegewerkt?'
Altijd de 5 muzikale kenmerken gebruiken: The Big Five
Let op, het gaat vaak om een ontwikkeling die je moet beschrijven:
- melodie: hoog, laag, blijft op een toonhoogte, heeft sprongen
- ritme: korte noten, lange noten
- tempo: versnellen of vertragen , accelerando, ritenuto
- dynamiek: hard, zacht, crescendo, decrescendo
- instrumentatie: beschrijf concreet wat je hoort