SENECA GROET ZIJN DIERBARE LUCILIUS.
Je tobt over de dood van je vriend Flaccus. Toch wil ik niet dat je daarover meer treurt dan redelijk is.
Ik durf amper van je te vragen dat je niet treurt. Toch ben ik er zeker van dat dat beter is. Maar aan wie zal die geesteskracht ten deel vallen, tenzij aan wie ver boven het lot staat?
Ook hem zal deze gebeurtenis raken, maar meer ook niet. (lett. maar alleen raken)
Maar ons kan vergeven worden dat we ons aan tranen overgeven, als zij maar niet al te overvloedig stromen en we ze zelf onderdrukken.
Bij het verlies van een vriend hoeven onze ogen niet droog te blijven maar ook weer niet over te stromen; we mogen wenen maar niet jammeren.