In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel: ik kan feit en mening in de krant onderscheiden en ik zie welke bronnen een journalist heeft gebruikt
Programma
Terugblik 5 min.
Feit of mening? Opdracht 15 min.
Journalistieke werkwijze 10 min.
Aan de slag 13 min.
Afsluiter
Slide 2 - Tekstslide
Wat hebben we eerder gedaan?
Slide 3 - Open vraag
Hoe zat het ook alweer?
Feit of mening
Slide 4 - Tekstslide
Aan de slag
1. Zoek in de kranten minstens 3 voorbeelden van informerende artikelen (= feitelijk, zonder mening)
2. Zoek in de kranten minstens 3 voorbeelden van opinieartikelen (= gebaseerd op een mening)
Maak foto's van je bevindingen en zet ze in Classroom
Kan iemand een mening vinden die er in eerste instantie uit zag als een feit?
timer
10:00
Slide 5 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer?
Bron
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht
Bronnen kunnen personen zijn zoals experts of getuigen. Maar een bron kan ook een document zijn of een organisatie.
Pak een nieuwstitel en onderstreep op een pagina zoveel mogelijk bronnen die worden genoemd.
Hoeveel bronverwijzingen heb je gevonden?
timer
10:00
Slide 7 - Tekstslide
Titels
Ga in de nieuwstitels op zoek naar drie koppen van artikelen en herschrijf deze koppen zodat het nepnieuws wordt dat veel gelezen en gedeeld kan worden. Schrijf onder ‘Bronvermelding’ in welke krant dit bericht stond.
Slide 8 - Tekstslide
Vooruitblik
Na de vakantie: nepnieuws schrijven
Slide 9 - Tekstslide
Waar heb je het meeste zin in voor de kerstvakantie?