Herhaling en dieeten

Diëten

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Diëten

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ziet jou perfecte avond eruit?

Slide 2 - Open vraag

Welke activiteit zou jij kiezen om te doen in aankomend weekend?
A
Parachute springen
B
Slapen
C
Grotklimmen
D
Bungeespringen

Slide 3 - Quizvraag

Wat doe je liever de rest van je leven?
Heel je leven vroeg naar bed
Heel je leven vroeg opstaan

Slide 4 - Poll

Planning
  • Herhaling
  • les
  • Project

Slide 5 - Tekstslide

Welke functie heeft de maag?
A
Hier begint de vertering van het eten
B
Hier worden de voedingsmiddelen verkleint naar voedingsstoffen
C
Hier word er speeksel toegevoegd aan het eten
D
Hier wordt het eten opgeslagen

Slide 6 - Quizvraag

Waar staat BARF voor?
A
Bones and raw food
B
Bones and war food
C
Bones and plastic food
D
Bones and red food

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de grootste taak van je dikke darm?
A
Voedsel opslaan
B
Water uit de voedingstoffen halen
C
Water toevoegen aan de voedingstoffen
D
geen idee

Slide 8 - Quizvraag

Kun je een puppy van 6 maanden het zelfde voer geven als een 2 jaar oude hond?
Ja tuurlijk
Nee
weet ik eigenlijk niet

Slide 9 - Poll

Waarom zou je een hond in zijn leven verschillende soorten voer geven?

Slide 10 - Open vraag

Waarom is speciaal voer voor een jong dier nodig?
- groei
- ontwikkeling
- immuunsysteem 

Slide 11 - Tekstslide

Welke voedingstoffen moeten er in voer zitten voor jongen dieren?
A
Eiwitten, water, plastic, Mineralen
B
Vetten, Mineralen, vitaminen, koolhydraten, eiwitten
C
Vetten, mineralen, vitaminen
D
Vetten

Slide 12 - Quizvraag

Voedingstoffen voer jonge dieren
  • Eiwitten: voor de opbouw van het lichaam. Ook zijn eiwitten onmisbaar voor een goede afweer en het functioneren van het lichaam. 

  • Koolhydraten: ze energie leveren en een bron van vezels zijn. Vezels zorgen voor een betere werking van de darmen. Bij jonge dieren is het maagdarmkanaal nog niet helemaal volgroeid. Juniorvoeding is daarom licht verteerbaar. 

Slide 13 - Tekstslide

Voedingstoffen voer jonge dieren
  • mineralen en vitaminen: Een jong dier heeft vitamine A, D en E nodig om te groeien. Mineralen hebben andere functies: ijzer zorgt voor de opbouw van het bloed, koper voor het bindweefsel en calcium en fosfor voor sterke tanden en botten.
  • vetten: Vetten leveren energie, die de dieren nodig hebben voor hun groei. Daarnaast leveren vetten ook vetoplosbare vitaminen: A, D, E en K. 

Slide 14 - Tekstslide

Waar moet je opletten met voer voor jongen dieren?
  • teveel aan bepaalde stoffen is slecht voor de groei
  • teveel aan bepaalde stoffen is slecht voor de ontwikkeling

  • Teveel van een stof kan leiden tot vergroeiingen. (calcium)
  • Te weinig van een stof kan leiden tot onontwikkelde lichaamsdelen (vetten, eiwitten, koolhydraten)

Slide 15 - Tekstslide

Waar kun je nog meer opletten bij voer?
(kijk vanuit de voorbeelden van de vorige dia)

Slide 16 - Woordweb

Wat zijn de kenmerken van een oude hond?
A
ze zijn minder actief
B
Hun vacht is dof
C
Ze hebben minder eetlust
D
Ze bewegen minder soepel

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Voedingstoffen voer oude dieren
  • Eiwitten: Een ouder dier is gebaat bij meer essentiële aminozuren, maar wel in een andere verhouding dan jonge of volwassen dieren. Oude dieren hebben daarnaast meer eiwitten met een hoge biologische waarde nodig.

  • Vetten: Oude dieren bewegen minder en hebben daarom minder energie en vetten nodig. Een oud dier moet wel essentiële vetzuren binnenkrijgen. In de juiste verhouding kunnen onverzadigde vetzuren ontstekingsprocessen remmen. 

Slide 19 - Tekstslide

Voedingstoffen voer oude dieren
  • Koolhydraten: Seniorenvoeding bevat minder koolhydraten, omdat oudere dieren minder bewegen. Daarnaast is seniorenvoeding goed verteerbaar. Extra vezels zijn belangrijk voor een goede werking van de darmen en voor een goede darmflora.

  • Vitaminen en mineralen:  Vitamine E werkt als antioxidant en heeft een sterk positief effect op de weerstand van een oud dier. Ook zit in seniorenvoeding vaak meer vitamine B en C voor de stofwisseling en werking van de zenuwen. In seniorenvoeding zit juist minder fosfor en calcium om de nieren niet te belasten.

Slide 20 - Tekstslide

Wat kunnen oorzaken zijn van overgewicht bij een dier?

Slide 21 - Open vraag

In een gewichtsverminderingsdieet is het energiegehalte lager dan in standaardvoer.
A
juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn goede voorbeelden om overgewicht tegen te gaan?

Slide 23 - Woordweb

Wanneer zou een hond in aanmerking komen voor een aansterkdieet?

Slide 24 - Open vraag

Aansterkdieet
Wanneer is een aansterkdieet nodig voor een dier:
  • ernstige infectie
  • trauma
  • acute problemen door suikerziekte
  • kanker en chemotherapie
  • zware chirurgische ingrepen
  • derdegraadsbrandwonden
  • anorexia
  • gewichtverlies

Slide 25 - Tekstslide

welke bewering is juist?
Een ziek dier met anorexia verbruikt meer energie dan een gezond dier.
Een ziek dier met anorexia verbruikt minder energie dan een gezond dier.

Slide 26 - Poll

Welke voedingsstoffen komen in een aansterkdieet meer voor dan bij een normaal dieet?
A
Vetten, koolhydraten, eiwitten, mineralen, vitaminen
B
Vetten, mineralen eiwitten
C
Eiwitten, vitaminen, mineralen, vetten
D
Eiwitten, vetten

Slide 27 - Quizvraag

Hoe verschilt een aansterkdieet voor kleine herbivoren van een aansterkdieet voor honden en katten?
A
Een aansterkdieet voor kleine herbivoren bevat minder vitaminen.
B
Een aansterkdieet voor kleine herbivoren bevat meer koolhydraten.
C
Een aansterkdieet voor kleine herbivoren bevat een hoger vezelgehalte.

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een Intestinaaldieet
A
Een dieet waar de focus ligt op het verteringsysteem
B
Een dieet waar de focus ligt op de darmflora
C
Een dieet waar de focus ligt op nierstenen
D
Een dieet waar de focus ligt op tandsteen

Slide 29 - Quizvraag

In je werk met dieren moet je symptomen van spijsverteringsproblemen kunnen herkennen. Wat zijn symptomen van spijsverteringsproblemen?

Slide 30 - Open vraag

De meeste intestinaal diëten bevatten een verlaagd vetgehalte, een verhoogd vitamine- en mineralengehalte en een verhoogd gehalte niet-verteerbare, oplosbare vezels.


Wel aanwezig
  • verlaagd vetgehalte
  • verhoogd vitaminegehalte
  • verhoogd gehalte niet verteerbare, oplosbare vezels
  • verhoogd mineralengehalte

Niet aanwezig
  • verhoogd vetgehalte
  • verlaagd vitaminegehalte
  • verlaagd vezelgehalte
  • verlaagd 

Slide 31 - Tekstslide

Animalis
Voor meer info kijk:
LEEFTIJDSGEBONDEN DIËTEN EN ONDERSTEUNENDE DIËTEN

Slide 32 - Tekstslide