21-10-01 Toedieningswegen en -vormen

Afspraken les BSP:

-  Gelukkig je bent op tijd!
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop, (licenties van) boeken, etc.
- Je hebt de (huiswerk)opdrachten gemaakt hebt. 
- Je telefoon staat op stil en zit in de tas.
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons




 

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Afspraken les BSP:

-  Gelukkig je bent op tijd!
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop, (licenties van) boeken, etc.
- Je hebt de (huiswerk)opdrachten gemaakt hebt. 
- Je telefoon staat op stil en zit in de tas.
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons




 

Slide 1 - Tekstslide

Programma van deze les
- Vragen van jullie

- Bespreken en maken van de opdracht toedieningsvormen en -wegen.






Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag:

-  Je kent de verschillende toedieningsvormen en -wegen.
- Je kunt benoemen of een toedieningsvorm lokaal of systemisch werkt.


 

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb jij geleerd in de vorige les?

Slide 4 - Open vraag

Wat zijn jouw lesdoelen voor deze les?

Slide 5 - Open vraag

Verschillende toedieningsvormen
De keuze voor de toedieningsvorm is afhankelijk van:
  • patiënt
  • het geneesmiddel
  • de aandoening

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende toedieningswegen
De manier waarop een geneesmiddel in of op het lichaam gebracht wordt.

  • systemische toediening
  • lokale toediening

Slide 7 - Tekstslide

Verschillende gebruiksadviezen
Elke toedieningsweg kent verschillende toedieningsvormen, ookwel farmaceutische vormen genoemd.

Elke toedieningsvorm kent een eigen 
gebruiksaanwijzing en gebruiksadviezen


Je dient als apothekersassistent alle bijzonderheden van de verschillende toedieningsvormen te kennen.  
Je dient de patiënt hier namelijk over te informeren. 

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 5:

Wat zijn voor een patiënt de voordelen van een tablet of capsule boven een drank?

Slide 9 - Open vraag

Vraag 6:

Wat zijn voor een patiënt de voordelen van een drank boven een tablet of capsule?

Slide 10 - Open vraag

Vraag 7:

Wat zijn de voor- en nadelen van een oogzalf in vergelijking met oogdruppels.

Slide 11 - Open vraag

Vraag 8:

Welke toedieningsvormen kun je in de anus toepassen?

Slide 12 - Open vraag

Vraag 9:

Welke toedieningsvormen kun je in de vagina toepassen?

Slide 13 - Open vraag

Vraag 10:

Waarom mag een maagsapresistente tablet zoals Nexium niet fijngemaakt worden?

Slide 14 - Open vraag

Welke van jouw lesdoelen zijn behaald?

Slide 15 - Open vraag