Uitvoering van het waterbeleid

          4.5 Uitvoering van het waterbeleid
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

          4.5 Uitvoering van het waterbeleid

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Vragen t/m paragraaf 4.4?
Leerdoelen paragraaf 4.5
Begrippen tot nu toe
Lezen paragraaf 4.5: Uitvoering van het waterbeleid (8)
Oefen paragraaf 4.5 LU
Lezen/maken paragraaf 4.5

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt maatregelen van het Nederlandse waterbeleid beschrijven en beoordelen.
  • Je kent mogelijke maatregelen ten aanzien van verzilting, verdroging, vervuiling en wateroverlast in stedelijke gebieden.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

timer
8:00

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Kribverlaging
B
Uiterwaardverdieping
C
Aanleggen retentiebekken
D
Nevengeul

Slide 9 - Quizvraag

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Retentiebekken
B
Zomerbedverdieping
C
Uiterwaardverdieping
D
Noodoverloopgebied

Slide 10 - Quizvraag

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Zomerbedverdieping
B
Kribverlaging
C
Uiterwaardafgraving
D
Retentiebekken

Slide 11 - Quizvraag

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Obstakelverwijdering
B
Ontpoldering
C
Dijkverhoging
D
Kribverlaging

Slide 12 - Quizvraag

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Obstakelverwijdering
B
Uiterwaardevergraving
C
Dijkverhoging
D
Dijkverlegging

Slide 13 - Quizvraag

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Ontpoldering
B
Aanleg nevengeul
C
Dijkverhoging
D
Kribverlaging

Slide 14 - Quizvraag

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Retentiebekken
B
Obstakelverwijdering
C
Noodoverloopgebied
D
Dijkverlegging

Slide 15 - Quizvraag

De meeste maatregelen uit Ruimte voor de rivier hebben als effect dat het:
A
regiem van de rivier kleiner wordt
B
debiet van de rivier kleiner wordt
C
regiem van de rivier regelmatiger wordt
D
regiem van de rivier onregelmatiger wordt

Slide 16 - Quizvraag

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is ..
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor waterveiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 17 - Quizvraag

Het project Ruimte voor de Rivier is ontwikkeld na..
A
De waternoodramp van 1953
B
De overstromingen in 1993
C
De bijna overstromingen in 1995
D
Kletsnatte winter van 2019

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 19 - Quizvraag

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Kribverlaging
B
Uiterwaardverdieping
C
Aanleggen retentiebekken
D
Nevengeul

Slide 20 - Quizvraag

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Retentiebekken
B
Zomerbedverdieping
C
Uiterwaardverdieping
D
Noodoverloopgebied

Slide 21 - Quizvraag

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Zomerbedverdieping
B
Kribverlaging
C
Uiterwaardafgraving
D
Retentiebekken

Slide 22 - Quizvraag

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Obstakelverwijdering
B
Ontpoldering
C
Dijkverhoging
D
Kribverlaging

Slide 23 - Quizvraag

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Obstakelverwijdering
B
Uiterwaardevergraving
C
Dijkverhoging
D
Dijkverlegging

Slide 24 - Quizvraag

Welke maatregel van ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Ontpoldering
B
Aanleg nevengeul
C
Dijkverhoging
D
Kribverlaging

Slide 25 - Quizvraag

Welk onderdeel van Ruimte voor de rivier zie je hier?
A
Retentiebekken
B
Obstakelverwijdering
C
Noodoverloopgebied
D
Dijkverlegging

Slide 26 - Quizvraag

De meeste maatregelen uit Ruimte voor de rivier hebben als effect dat het:
A
regiem van de rivier kleiner wordt
B
debiet van de rivier kleiner wordt
C
regiem van de rivier regelmatiger wordt
D
regiem van de rivier onregelmatiger wordt

Slide 27 - Quizvraag

De hoofddoelstelling van
de projecten Ruimte voor
de Rivier is ..
A
zorgen voor goede kwaliteit van het water
B
zorgen voor waterveiligheid
C
zorgen voor voldoende water
D
zorgen voor mooie natuurgebieden

Slide 28 - Quizvraag

Het project Ruimte voor de Rivier is ontwikkeld na..
A
De waternoodramp van 1953
B
De overstromingen in 1993
C
De bijna overstromingen in 1995
D
Kletsnatte winter van 2019

Slide 29 - Quizvraag

Wat is geen maatregel in
het kader van Ruimte voor
de Rivier?
A
kribverlaging
B
aanleg nevengeul
C
kanaliseren
D
dijkverlegging

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Vormen van landdegradatie
Oorzaken landdegradatie
overbeweiding
ontbossing
verkeerde irrigatiemethoden
verzilting
verwoestijning
bodemerosie

Slide 33 - Sleepvraag

Maak de juiste combinaties!
Ontbossing
Overbeweiding
Bodemuitputting
Bodemerosie
Verwoestijning
Verzilting

Slide 34 - Sleepvraag

Zet de irrigatiemethoden in de juiste volgorde van veroorzaker van verzilting. 
1 = meeste verzilting, 3 = minste verzilting 
1
2
3

Slide 35 - Sleepvraag

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht 1 (WB)
a verdieping van het zomerbed, kribverlaging en obstakelverwijdering (tussen de zomerdijken)

b Als het zomerbed verdiept wordt, daalt het waterpeil. De kribben komen hierdoor nog meer boven het water te liggen, waardoor ze de doorstroming van het water nog meer hinderen.
c Langsdammen verdelen de rivier in een hoofdgeul en een zijgeul. Zijgeulen zijn veiliger voor de recreatievaart, omdat toeristen dan op die plaatsen niet meer in het vaarwater van de binnenvaart hoeven te komen. 

Slide 37 - Tekstslide

Opdracht 1
d Noodoverloopgebieden zijn gebieden die onder water mogen lopen. Mensen en bedrijven in die gebieden moeten dus schade accepteren om andere gebieden te beschermen.

Slide 38 - Tekstslide

Opdracht 2
a Nevengeulen zijn extra rivierbeddingen. Ze vergroten dus de afvoercapaciteit van de rivieren.

b Voordeel van een nevengeul: het gebied tussen de winterdijken wordt niet groter.
Nadeel: een nevengeul kan minder water bevatten dan een verbrede uiterwaard. 

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 2
c ‒ De nevengeul kan voor waterrecreatie gebruikt worden (Toelichting: toename van functies en aantrekkelijkheid).

‒ Ook de natuurlijke waarde van het gebied wordt groter, want door de tragere stroming wordt het gebied geschikter voor planten en dieren (Toelichting: verbetering van duurzaamheid).
‒ Het eiland dat ontstaan is tussen de Waal en de nevengeul biedt allerlei mogelijkheden voor wonen en werken (Toelichting: toename van functies en aantrekkelijkheid). 

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht 3
C

Slide 41 - Tekstslide

Opdracht 4
 a ‒ Hierdoor blijft het mogelijk om water te spuien op de Waddenzee, die door zeespiegelstijging steeds hoger komt te liggen.

‒ Daarnaast blijft er daardoor een grote zoetwatervoorraad beschikbaar. b Voorbeelden van goede antwoorden:
– De waterkeringen langs de kust van Noord-Holland hoeven dan niet opnieuw versterkt te worden.
– Door het waterpeil niet te verhogen, kunnen Almere en Amsterdam verder met hun stedelijke ontwikkeling. 


Slide 42 - Tekstslide

Opdracht 4
c Als het waterpeil in het IJsselmeer stijgt, zal de IJssel zijn water moeilijker kwijt kunnen aan het IJsselmeer. Het onderzoek zal zich dus richten op (een van de twee mogelijkheden):

– de precieze effecten van een hoger waterpeil voor de IJsseldelta en op mogelijkheden waarop de IJssel zijn water toch kwijt kan.
– hoe de IJsseldelta veilig blijft bij een hogere waterstand in de IJssel. d Als er extra waterkeringen komen in de Rijnmond die bij een stormvloed gesloten worden, kan het rivierwater de zee niet bereiken en zal het tijdelijk ergens opgeslagen moeten worden. 

Slide 43 - Tekstslide

Opdracht 5
a 1 Een veel kleiner gebied overstroomt.

2 In het gebied dat overstroomt, komt het water veel minder hoog te staan.
b Een doorbraakvrije dijk breekt niet door. Daardoor stroomt alleen water dat hoger komt dan de dijk het gebied binnen. Het overgrote deel van het water zal het gebied dus niet binnenstromen.
c Overheden moeten altijd een afweging maken tussen de kosten en de baten van een maatregel. Doorbraakvrije dijken moeten veel steviger zijn dan normale dijken en zijn dus duurder. Bovendien hebben de huidige dijken al een zeer hoog veiligheidsniveau. 


Slide 44 - Tekstslide

Opdracht 6

Slide 45 - Tekstslide