4.1 Economische mondialisering

4.1 Economische mondialisering
H4 Een veranderende wereld

Arm & Rijk
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

4.1 Economische mondialisering
H4 Een veranderende wereld

Arm & Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
  • Wat zijn de gevolgen van globalisering voor verschillende gebieden en samenlevingen in de wereld?
  • Welke veranderingen zorgen voor een versnelling 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Globalisering
Economische globalisering
Culturele globalisering
Politieke globalisering

Uitwisseling van goederen, informatie, geld en mensen noem je 
Globalisering.

Slide 5 - Tekstslide

Economische globalisering
Waardoor / voorbeelden?

Slide 6 - Tekstslide

Economische globalisering
Gekenmerkt door:
  • groeiende internationale handel
  • groeiende buitenlandse investeringen
  • toegenomen betekenis multinationals (MNO)

Slide 7 - Tekstslide

Economische globalisering
Oorzaken:
  • Liberalisering/deregulering van de wereldmarkt -> vrije handel (WTO) -> vrije markt economie
  • opkomst mno's (= multi nationale ondernemingen)

  •  Ondersteund door:
  • opkomst informatie- transsporttechnologie
  •  Beperken handelsbelemmeringen (EU, Sovjet Unie valt, China doet mee)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Tijd-Ruimte Compressie

Afname relatieve afstanden
door daling van reis- en vervoerstijden en -kosten

Tijd en ruimte worden in elkaar gedrukt. 

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voordeel en een nadeel van economische globalisering

Slide 11 - Open vraag

Noem 3 voordelen en 3 nadelen van globalisering.

Slide 12 - Open vraag

Economische globalisering

Voordeel:
  • vrijhandel
  • goedkopere producten
  • werkgelegenheid in minder ontwikkelde landen

Nadeel:
  • verdwijnen werkgelegenheid uit ontwikkelde landen
  • MNO's hebben veel macht
  • Meer transport, aantasting milieu
  • grotere kloof arm en rijk

Slide 13 - Tekstslide

Economische globalisering
  • Nieuwe internationale arbeidsverdeling: ontwikkeling semiperifere landen
-> door uitschuiving productie
  • Verschuiving economisch zwaartepunt (global shift)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 16 - Quizvraag

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 17 - Quizvraag

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 18 - Quizvraag

Definities
Transporttechnologie: alle technologie rondom het vervoer van grondstoffen, goederen en mensen
Informatie- en communicatietechnologie: technologie rondom de uitwisseling van informatie

Globalisering is de toenemende uitwisseling van grondstoffen, goederen, mensen en informatie. Dus onmogelijk zonder deze technologiën. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

TRIADE

Slide 21 - Tekstslide

GLOBAL SHIFT

Slide 22 - Tekstslide

Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.

Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 23 - Quizvraag

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 24 - Quizvraag

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Welke uitspraak(en) is/zijn juist?
A
Global Shift is zichtbaar
B
Triade beheerst de wereldhandel
C
Goederenproductie is groter in Europa dan in de VS
D
Afrika hoort tot de slow world

Slide 27 - Quizvraag

Noem een cultureel en economisch voordeel van India als het gaat om het aantrekken van mno's.

Slide 28 - Open vraag

De laatste decennia zijn er steeds meer kapitaalstromen tussen (semi)-perifere landen. Dit noem je
A
noord-zuid investeringen
B
zuid-zuid investeringen
C
Oost-zuid investeringen
D
West-zuid investeringen

Slide 29 - Quizvraag

Is de volgende stelling juist of onjuist:

Globalisering = Mondialisering
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Migratie
te bekijken vanuit drie dimensies:
  1. economisch (arbeidsmigrant)
  2. politiek (vluchteling, ontheemden)
  3. fysisch (klimaatvluchteling)

Welke push- en pullfactoren spelen bij de verschillende dimensies? 

Slide 31 - Tekstslide


Wikipedia is een mooi voorbeeld van globalisering op het gebied van:
A
Gevoelsbindingen
B
Kennisbindingen
C
Economische bindingen
D
Politieke bindingen

Slide 32 - Quizvraag

Migratie

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Migratiestromen
  • Zuid-Zuid: van ene ontwikkelingsland naar andere ontwikkelingsland. Snelst stijgende en grootste groep.
  • Zuid-Noord: van ontwikkelingsland naar rijk land.
  • Noord-Zuid: van rijk land naar ontwikkelingsland, bij tekort aan werk. 
  • Noord-Noord: van ene rijke land naar andere rijke land, grensgebieden. 

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

De Indiase diaspora
"Het woord diaspora (naar Oud-Grieks διασπορά; verstrooiing, uitzaaiing) betekent grootschalige verspreiding van een volk over verschillende delen van de wereld." (Wikipedia, n.d.)

Slide 38 - Tekstslide

Indiase migratie
Braindrain: Noord-Amerika, Groot-Brittannië en Europa
Laagopgeleide Indiërs: Midden-Oosten

Groot transnationaal netwerk: banden met thuisland blijven
-> Zichtbaar in geldzendingen

Braingain: terugkomst hoogopgeleide migranten, kennis

Slide 39 - Tekstslide