In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Economische globalisering
Slide 1 - Tekstslide
Economische globalisering
Gekenmerkt door:
groeiende internationale handel
groeiende buitenlandse investeringen
toegenomen betekenis multinationals
Slide 2 - Tekstslide
Is de volgende stelling juist of onjuist:
Globalisering = Internationalisering
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Economische globalisering
Oorzaken:
Liberalisering/deregulering van de wereldmarkt -> vrije handel (WTO) -> vrije markt economie
opkomst mno's
Ondersteund door:
opkomst informatie- transsporttechnologie
beperking handelsbelemmeringen (EU, SU valt, China doet mee)
Slide 4 - Tekstslide
Is de volgende stelling juist of onjuist:
Globalisering = Mondialisering
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 6 - Quizvraag
Wikipedia is een mooi voorbeeld van globalisering op het gebied van:
A
Gevoelsbindingen
B
Kennisbindingen
C
Economische bindingen
D
Politieke bindingen
Slide 7 - Quizvraag
Veel jongeren gaan na hun studie een (half)jaartje ‘backpacken’ in Australië en Azië. Via internet houden zij dan hun ouders en vrienden op de hoogte. Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 8 - Quizvraag
Tijd-Ruimte Compressie
Afname relatieve afstanden
door daling van reis- en vervoerstijden en -kosten
Tijd en ruimte worden in elkaar gedrukt.
Slide 9 - Tekstslide
De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen. Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 10 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 11 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 12 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 13 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 14 - Quizvraag
Welke uitspraak(en) is/zijn juist?
A
Global Shift is zichtbaar
B
Triade beheerst de wereldhandel
C
Goederenproductie is groter in Europa dan in de VS
D
Afrika hoort tot de slow world
Slide 15 - Quizvraag
Economische globalisering
Voordeel:
vrijhandel
goedkopere producten
werkgelegenheid in minder ontwikkelde landen
Nadeel:
verdwijnen werkgelegenheid uit ontwikkelde landen
MNO's hebben veel macht
Meer transport, aantasting milieu
grotere kloof arm en rijk
Slide 16 - Tekstslide
Welke voordelen heeft India als het gaat om het aantrekken van mno's