Transporttechnologie: alle technologie rondom het vervoer van grondstoffen, goederen en mensen
Informatie- en communicatietechnologie: technologie rondom de uitwisseling van informatie
Globalisering is de toenemende uitwisseling van grondstoffen, goederen, mensen en informatie. Dus onmogelijk zonder deze technologiën.
Slide 20 - Tekstslide
TRIADE
Slide 21 - Tekstslide
GLOBAL SHIFT
Slide 22 - Tekstslide
Opdrachten
Hoofdstuk 4 § 1
Maken opdrachten: 3, 4 en 6 (bladzijde 124)
Slide 23 - Tekstslide
Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.
Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 24 - Quizvraag
De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen. Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering
Slide 25 - Quizvraag
Welk begrip past het best bij de afbeelding?
Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Welke uitspraak(en) is/zijn juist?
A
Global Shift is zichtbaar
B
Triade beheerst de wereldhandel
C
Goederenproductie is groter in Europa dan in de VS
D
Afrika hoort tot de slow world
Slide 28 - Quizvraag
Noem een cultureel en economisch voordeel van India als het gaat om het aantrekken van mno's.
Slide 29 - Open vraag
De laatste decennia zijn er steeds meer kapitaalstromen tussen (semi)-perifere landen. Dit noem je
A
noord-zuid investeringen
B
zuid-zuid investeringen
C
Oost-zuid investeringen
D
West-zuid investeringen
Slide 30 - Quizvraag
Is de volgende stelling juist of onjuist:
Globalisering = Mondialisering
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quizvraag
Migratie
te bekijken vanuit drie dimensies:
economisch (arbeidsmigrant)
politiek (vluchteling, ontheemden)
fysisch (klimaatvluchteling)
Welke push- en pullfactoren spelen bij de verschillende dimensies?
Slide 32 - Tekstslide
Wikipedia is een mooi voorbeeld van globalisering op het gebied van:
A
Gevoelsbindingen
B
Kennisbindingen
C
Economische bindingen
D
Politieke bindingen
Slide 33 - Quizvraag
Migratie
Slide 34 - Tekstslide
Lesdoel
Hoe beïnvloeden netwerken van bedrijven en migranten steden en gebieden?
Wat zijn de belangrijkste mondiale migratiestromen en waarom zijn die het belangrijkst?
Waarom neemt de Zuid-Zuidmigratie toe?
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Migratiestromen
Zuid-Zuid: van ene ontwikkelingsland naar andere ontwikkelingsland. Snelst stijgende en grootste groep.
Zuid-Noord: van ontwikkelingsland naar rijk land.
Noord-Zuid: van rijk land naar ontwikkelingsland, bij tekort aan werk.
Noord-Noord: van ene rijke land naar andere rijke land, grensgebieden.
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
De Indiase diaspora
"Het woord diaspora (naar Oud-Grieks διασπορά; verstrooiing, uitzaaiing) betekent grootschalige verspreiding van een volk over verschillende delen van de wereld." (Wikipedia, n.d.)
Slide 40 - Tekstslide
Indiase migratie
Braindrain: Noord-Amerika, Groot-Brittannië en Europa
Laagopgeleide Indiërs: Midden-Oosten
Groot transnationaal netwerk: banden met thuisland blijven