Welke push- en pullfactoren spelen bij de verschillende dimensies?
Slide 29 - Tekstslide
Wikipedia is een mooi voorbeeld van globalisering op het gebied van:
A
Gevoelsbindingen
B
Kennisbindingen
C
Economische bindingen
D
Politieke bindingen
Slide 30 - Quizvraag
Lesdoel
Hoe beïnvloeden netwerken van bedrijven en migranten steden en gebieden?
Wat zijn de belangrijkste mondiale migratiestromen en waarom zijn die het belangrijkst?
Waarom neemt de Zuid-Zuidmigratie toe?
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Migratiestromen
Zuid-Zuid: van ene ontwikkelingsland naar andere ontwikkelingsland. Snelst stijgende en grootste groep.
Zuid-Noord: van ontwikkelingsland naar rijk land.
Noord-Zuid: van rijk land naar ontwikkelingsland, bij tekort aan werk.
Noord-Noord: van ene rijke land naar andere rijke land, grensgebieden.
Slide 34 - Tekstslide
De Indiase diaspora
"Het woord diaspora (naar Oud-Grieks διασπορά; verstrooiing, uitzaaiing) betekent grootschalige verspreiding van een volk over verschillende delen van de wereld." (Wikipedia, n.d.)
Slide 35 - Tekstslide
Indiase migratie
Braindrain: Noord-Amerika, Groot-Brittannië en Europa
Laagopgeleide Indiërs: Midden-Oosten
Groot transnationaal netwerk: banden met thuisland blijven