Didactiek C20 P7W6 - woordenschat (4 takt)

Didactiek P7W6: "Woordenschat"

P7W6 : "Woordenschat"
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Didactiek P7W6: "Woordenschat"

P7W6 : "Woordenschat"

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

  1. Start + herhaling
  2. Theorie 3.5
  3. Uitleg eindopdracht P7W6
  4. Pauze 
  5. Aan de slag
  6. Afronding 
Doel

  1. De student weet hoe de ontwikkeling van het woordgeheugen verloopt
  2. De student kent het model wat veelal wordt gebruikt bij woordenschatonderwijs : de viertakt van M. Verhallen
  3. De student kan de 4 stappen van het viertaktmodel toepassen in een lesvoorbereiding voor de eigen stagegroep.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vaak moet een (onbekend) woord worden herhaald wil het beklijven?
A
2-3
B
4-5
C
6-7
D
8-9

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Woordenschat
Waarom woordenschat expliciet aanbieden?
  • Nieuwe woorden -  woordgeheugen ->  lange termijn geheugen
  • Vanaf 2 jaar - woorden meerdere concepten (kinderstoel)
  • Vanaf 3 jaar - relaties tussen woorden
  • Netwerken in het woordgeheugen 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar doen kinderen allemaal woorden (en kennis) op?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verschillen (NT2 en talige omgeving)





Niveauverschillen in taal, opleidingsniveau, interesses
  • Onderschat achtergrondkennis en geletterde omgeving niet!
  • Denk aan naschoolse activiteiten (musea) & journaal e.d.
  • Lezen (en luisteren) ---> groot effect

Kijktip: Klasse NPO 1 - ma avond - waar je wieg staat

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diepere woordenschat
Netwerken op het gebied van:
  1. Betekenis (stoel - bank)
  2. Vorm (huis - muis)
  3. Synoniem (wand - handschoen)
  4. Categorie (peer - appel)
  5. Ervaring (kermis - muziek)

Zie boek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.4 De viertakt - didactisch model
Didactisch model
  1. Voorbewerken
  2. Semantiseren -> 4 uitjes
  3. Consolideren
  4. Controleren

Wat weet je hier al van?



Slide 10 - Tekstslide

Stap 1. Voorbewerken: 
Zorg dat het brein voor dat onderwerp wordt aangesproken, zodat verbinding met al bekende woorden bij dit onderwerp straks gemakkelijker gemaakt kunnen worden. Introduceer een woord aan de hand van een grapje, een anekdote, een voorwerp enzovoort

Stap 2. semantiseren
Uitproberen: doordat kinderen actief met het woord aan de slag gaan wordt het gekoppeld aan het netwerk dat zij al beheersen. Er wordt zelfs gezegd dat de opslag van het woord pas in deze fase plaatsvindt, maar dat wordt niet door ieder onderzoek zichtbaar bevestigd.
Stel een vraag waarbij het woord actief wordt gebruik en er verbinding wordt gemaakt met hun eigen ideeën en ervaringen.
Semantiseren in de praktijk 7 min!!

Uitbeelden: gebaren, aanwijzen, voordoen, uitspelen, laten ervaren
Uitleggen: vertellen, verduidelijken
Uitbreiden: koppelen aan andere woorden die betekenisverbindingen hebben met het woord
Uitproberen: basiskennis opbouwen aan de hand van een interactieve activiteit. Stel een actieve verwerkingsvraag

Stap 3. Consolideren
Ga door met consolideren totdat de kinderen het woord kennen
Veel, gevarieerd en speels herhalen (7 keer)
Bij het consolideren zijn de woorden zichtbaar in de klas aanwezig
Gebruik korte en snelle werkvormen om de woorden te oefenen

Stap 4. Controleren. 
Houd oren en ogen open om te zien in hoeverre leerlingen de woorden begrijpen (controleren van de passieve woordkennis) en kunnen gebruiken (controleren van actieve woordkennis).
Geef kinderen kleine opdrachtjes tussendoor.
Verwerk de woorden in een toneelstuk voor de weeksluiting.
Taalmethodes voorzien wellicht van een toetsonderdeel. 





Voorbewerken
Introduceer a.d.h.v.
  • grapje of anekdote
  • voorwerp
  • toneelstukje
  • filmpje

Wat is belangrijk?
Hoe deed de leerkracht van Amsteltaal dat? 
Hoe zou jij dit doen bij een woord van een grafisch model?

Bron: Logo 3000





Slide 11 - Tekstslide

Zorg dat het brein voor dat onderwerp wordt aangesproken, zodat verbinding met al bekende woorden bij dit onderwerp straks gemakkelijker gemaakt kunnen worden.

Semantiseren
  • Uitbeelden
  • Uitleggen
  • Uitbreiden
  • Uitproberen

Hoe zou je de uitjes bij de woorden uit de spin toepassen? Schrijf het op.

Bron: Logo 3000





Slide 12 - Tekstslide

Uitbeelden: gebaren, aanwijzen, voordoen, uitspelen, laten ervaren
Uitleggen: vertellen, verduidelijken
Uitbreiden: koppelen aan andere woorden die betekenisverbindingen hebben met het woord
Uitproberen: basiskennis opbouwen aan de hand van een interactieve activiteit. Stel een actieve verwerkingsvraag

Non-verbaal
Een voorwerp laten zien
Essentiële kenmerken laten ervaren
Een begrip voordoen of uitbeelden
Verbaal
Een omschrijving geven
Onderbrengen bij een klasse
Een voorbeeld geven
Verwoorden van essentiële kenmerken
Relateren aan al aanwezige begrippen
Een synoniem geven
Een tegenstelling geven
Vertalen in eigen taal


Welk model is dit?
A
De spin/ woordweb
B
De woordkast
C
De woordtrap
D
De paraplu

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk model is dit?
A
De spin/ woordweb
B
De woordkast
C
De woordtrap
D
De paraplu

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Consolideren (en controleren)
  • Herhaal veel, gevarieerd en speels (7 keer) 
  • Woorden zichtbaar in de klas
  • Zet korte en snelle werkvormen in om te oefenen met de woorden


Welke ideeën hebben jullie?






Slide 15 - Tekstslide

Als ze straks zelf niet met ideetjes komen: 
In het rijgverhaal vult iedereen een zin aan. Als iedereen geweest is moeten de vijf woorden in de goede context aan bod zijn geweest. Je krijgt de leukste verhalen!
Ik heb duidelijk meegegeven dat de consolideeroefeningen moeten verlopen van passief naar actief. Eerste aanbod alleen een passieve verwerkingsopdracht.

(Beeld)woordenboek
Een woordenhoek door kinderen gemaakt
Spellen
Rijgverhaal
Verboden woord
Viervragenspel
Hints
Mix en koppel


Eindopdracht 2
Lessuggestie 4: Interactief voorlezen
Video leraar 24 : interactief voorlezen
https://www.leraar24.nl/interactief-voorlezen/
Laat studenten (eventueel voor de volgende les) het voorlezen van een prentenboek voorbereiden. Ze gaan voorlezen op een interactieve manier.
De volgende les lezen enkele studenten voor en medestudenten geven feedback aan de hand van de soorten vragen die gesteld worden (zie bijlage 1).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eindopdracht P7W6 : les en poster maken
Zoek enkele woorden (die bij elkaar horen) uit de Bak-, VMBO-lijst of Woeste Willem. Bedenk in tweetallen een lesactiviteit volgens de Viertakt. Je mag modellen gebruiken. Teken het uit op A3. 

  1. Voorbewerken. Wat gebruik je?
  2. Semantiseren. Hoe leg je het uit?
  • Uitbeelden
  • Uitleggen
  • Uitbreiden
  • Uitproberen

3. Consolideren. Wat gebruik je om in te oefenen?

timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee van deze les ?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Didactiek P7W6 -

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies