In elke lichaamscel van ieder mens komt een allelenpaar voor dat de informatie bevat voor de haarvorm. De haarvorm is een erfelijke eigenschap. Deze eigenschap is niet bij iedereen gelijk: sommigen hebben steil haar, anderen krullend. Bij verschillende personen kan het allelenpaar voor de haarvorm dus verschillende informatie bevatten. Er zijn allelen met de informatie voor steil haar en er zijn allelen met de informatie voor krullend haar. Dit zijn varianten van het gen met informatie voor de haarvorm. Bij sommige mensen bestaat het allelenpaar voor de haarvorm uit twee allelen voor steil haar. Bij anderen bestaat het allelenpaar voor de haarvorm uit twee allelen voor krullend haar. Bij al deze personen zijn de twee allelen voor haarvorm aan elkaar gelijk. Deze personen noemen we
homozygoot voor de eigenschap steil haar (homo = gelijk).
Er zijn echter ook mensen waarbij het allelenpaar voor haarvorm niet gelijk is aan elkaar. Deze mensen bevatten zowel een allel voor steil haar als het allel voor krullend haar. Deze mensen noemen we heterozygoot voor de eigenschap haarvorm (hetero = ongelijk). Heterozygote zijn drager van twee kenmerken. Op het moment dat degene met het kenmerk voor steil haar en met krullend haar daadwerkelijk steil haar heeft, wil dat zeggen dat het allel voor steil haar dominant is. Het andere allel (krullend haar) is in dit geval recessief. Deze zal dus altijd ondergeschikt zijn aan het dominante allel.