Quiz trainen

Quiz 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOMiddelbare schoolBeroepsopleidingStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Quiz 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke vijf manieren kunnen dieren communiceren?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vorm van communicatie is van prooi naar roofdier en andersom. Hoe wordt deze soort communicatie genoemd?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem 1 reden waarom afwijkend gedrag bij een dier kan ontstaan.

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een edelhertbok wil in de bronsttijd paren. Hiervoor moet hij de strijd aangaan met concurrerende bokken. Op een gegeven moment komt hij een sterkere bok tegen en valt een struik aan ipv de bok. Hoe heet dit type conflictgedrag?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een matriarchale orde?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is “flight distance”?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noem je jongen die direct na de geboorte met de volwassen dieren mee kunnen?
A
nestvlieder
B
nestblijver

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van gedrag?
A
Het overleven van het individu
B
Het overleven van de groep
C
Het overleven van de soort.
D
alle drie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee verschillende soorten communicatie: interspecifiek =
A
communicatie tussen soorten
B
communicatie binnen een soort.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee verschillende soorten communicatie: intraspecifiek=
A
communicatie tussen soorten
B
communicatie binnen een soort.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke term wordt gebruikt wanneer menselijke emoties aan diergedrag worden toegekend? Bv. Dat dier is verdrietig, in plaats van hij zit stil in een hoekje.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stereotiep gedrag is moeilijk te stoppen als een dier dit ontwikkeld heeft. Leg uit waarom

Slide 13 - Woordweb

Het dier raakt verslaafd aan de lichaamseigen stof endorfine, een stof die een geluksgevoel geeft.

Wat is het verschil tussen camouflage en mimicry?
A
geen verschil
B
gaat op in de omgeving
C
boots een ander dier na
D
lijkt op de omgeving en bootst een ander dier na

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk voorbeeld van comfortgedrag kun je noemen?
A
Wassen
B
Drinken
C
Jagen
D
Paren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom trainen wij dieren?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de hoofddoelen van trainen (3)?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het opstellen van een trainingsdoel zo belangrijk?

Slide 18 - Woordweb

Om te controleren of je training behaald is
Om (financiële) goedkeuring voor de training te krijgen
Om draagvlak te creëren voor de training.

Wat is aangeboren gedrag?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is aa.ngeleerd gedrag? benoem de termen

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Reinforcers zijn?
A
Regenwouden
B
Straffen
C
Water
D
Beloningen

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aversive stimulus is?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Positive reinforcement =
A
iets wordt toegevoegd aan de omgeving, waardoor de frequentie van het gedrag toeneemt.
B
iets wordt toegevoegd aan de omgeving, waardoor de frequentie van het gedrag afneemt.
C
iets wordt weggehaald uit de omgeving, waardoor de frequentie van het gedrag toeneemt
D
iets wordt weggehaald de omgeving, waardoor de frequentie van het gedrag afneemt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg Shaping zo volledig mogelijk uit en geef een voorbeeld

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is husbandry training?
A
speciaal gebaar om aan te geven dat een dier het goed doet, maar nog wel verder door moet gaan met dat gedrag. Aanmoedigen van dier.
B
gedeeltelijk beschermd contact
C
training die de juiste verzorging van de dieren ondersteunt en verbetert.
D
Als je een gedrag hebt getraind, dan wil je dat het dier dit gedrag laat zien op commando.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie heeft er gewonnen?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies