In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
7.2 Boer en koopman
Slide 1 - Tekstslide
Lesprogramma
Terugblik huiswerk
Uitleg 7.2
Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
kun je vier verschillende verbeteringen in de agrarische samenleving beschrijven vanaf het jaar 1000.
kun je uitleggen waarom en hoe de handelop kwam en waarom en hoe de steden ontstonden.
kun je verschillende handelssteden in zowel Zuid-Europa als Noord-Europa noemen.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer met de Middeleeuwen?
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 4 - Tekstslide
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
1000: Vanaf het jaar duizend ontstaan er grotere steden in Europa, dit gebeurt langs handelsknooppunten!
Slide 5 - Tekstslide
De Nederlanden
Nederland als één land bestond nog niet in de Middeleeuwen.
Er waren veel kleine gebieden, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.
In die gebieden was een heer, edelman, (bijv. graaf of hertog) de baas.
Hij maakte de wetten.
De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.
Slide 6 - Tekstslide
Late Middeleeuwen
Tijd van Steden en Staten (1000-1500), er verandert veel:
Het is 'veiliger' en 'rustiger'
Verbetering in de landbouw
Er komt meer handel
Geld komt weer terug
Bevolking groeit
Er ontstaan steden
Macht van de steden neemt toe
De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen. Je ziet dat de kerk een centrale plek heeft in de stad en dat er dankzij de muur en de gracht veel bescherming is.
Slide 7 - Tekstslide
Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000
Drieslagstelsel
IJzeren ploeg
(Arabisch) halsjuk (voor de ossen)
Boeren leren land te ontginnen
Gevolg: er ontstaan overschotten om mee te handelen.
Slide 8 - Tekstslide
Steeds meer handel
Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op.
Overschotten worden verkocht of geruild op markten.
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel.
Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.
Iedere stad had zijn eigen munten. Omdat er zoveel verschillende munten waren kon je in iedere stad de juiste munten kopen/ruilen.
Op dit plaatje zie je zo een wisselkantoor! De geldmeester weegt de munten, hoe zwaarder de munt hoe meer die waard is.
Slide 9 - Tekstslide
Steden ontstaan
Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster.
Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten.
Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Op de jaarmarkt werd van alles verkocht: kleding, varkens, graan, potten, etc. Op de afbeeldingen zie je sommige van de producten terug. Je ziet ook goed dat de handelaren mooie kleding hadden, zij werden steenrijk van de handel!
Slide 10 - Tekstslide
De Hanze
Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen.
Afspraken maken en privileges verstrekken
Ze noemden hun vereniging de Hanze.
In Nederland liggen de meeste Hanze steden in het oosten aan of rondom de IJssel.
Verder speelden de Noordzee en de Oostzee een belangrijke rol.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
Slide 11 - Tekstslide
Welke Hanzesteden ken jij al?
Slide 12 - Woordweb
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen, Zwolle en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Koggeschip
Het Koggeschip was een handelsschip en kon veel lading mee nemen. Dit was het belangrijkste schip dat de Hanzesteden gebruikten om over de Oostzee & de Noordzee te varen. Door de jaren heen hebben archeologen veel koggeschepen gevonden.
Dankzij die vondsten hebben onderzoekers dit model kunnen maken.
Slide 16 - Tekstslide
Video
Canonclips: De Hanze
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Aan de slag!
Hoofdstuk 7.2 opdracht 1 t/m 8a
Leerdoelen 7.2 uitwerken
Begrippen hoofdstuk 7.2 leren
Slide 19 - Tekstslide
Benoem twee verbeteringen in de landbouw vanaf het jaar 1000.
Slide 20 - Open vraag
Geef één oorzaak voor de opkomst van de handel na het jaar 1000.
Slide 21 - Open vraag
Leg uit hoe en waarom steden vaak rondom handelskruispunten ontstonden.
Slide 22 - Open vraag
Geef minimaal drie namen van handelssteden die aangesloten waren bij de Hanze.