Begrijpelijk schrijven

Binnen is beginnen!

Pak je spullen (boek Nieuw Nederlands en schrift en start met lezen in je leesboek)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Binnen is beginnen!

Pak je spullen (boek Nieuw Nederlands en schrift en start met lezen in je leesboek)

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoorden
Zelfstandig werkwoord & hulpwerkwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?


Starten met theorie 'woordsoorten' zelfstandig en hulp werkwoorden en maken van de startopdracht en 
opdracht 1 en 2 op blz. 90.

Slide 3 - Tekstslide

Zelfstandige en hulpwerkwoorden (blz. 90)
Maak zelf in 2 minuten de startopdracht op blz. 90. 
Daarna bespreken we klassikaal de opdracht.





timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Uitwerking startopdracht (blz. 90)
Startopdracht
1. De schilder zou het raam donkergroen hebben geverfd.
- De schilder heeft het raam donkergroen geverfd.
- De schilder verft het raam donkergroen. verft

Slide 5 - Tekstslide

Uitwerking startopdracht (blz. 90)
Startopdracht
2. Nikai heeft zijn spreekbeurt over ruimtevaart zorgvuldig kunnen voorbereiden.
- Nikai kan zijn spreekbeurt over ruimtevaart zorgvuldig voorbereiden.
- Nikai bereidt zijn spreekbeurt over ruimtevaart zorgvuldig voor. → bereidt voor


Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord
Tom eet een ijsje
Tom koopt een ijsje
Tom geeft haar een ijsje

Het werkwoord bepaald wat het onderwerp 'doet'. Dit is het zelfstandig werkwoord

                   TIP: Een voltooid deelwoord is ALTIJD een zelfstandig werkwoord!

Slide 7 - Tekstslide

Hulpwerkwoorden
Een zin heeft altijd maar één zelfstandig werkwoord.
Heeft een zin meerdere werkwoorden dan staat het zelfstandig werkwoord meestal achterin de zin. 

De andere werkwoorden zijn dan hulpwerkwoorden.
Vb. Bij de ijssalon op de hoek kun je lekkere ijsjes kopen

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag...
Maak opdracht 1 en 2 (blz. 91)
Klaar? dan vergelijk je jouw antwoorden met die van je buur.

Wat niet af is, is huiswerk voor morgen.

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt nu
In zinnen de zelfstandige en hulpwerkwoorden herkennen. Deze zijn belangrijk om te bepalen wat het onderwerp in de zin 'doet'. 

Slide 10 - Tekstslide

Uitwerkingen opdracht 1 (blz. 90)

Slide 11 - Tekstslide

Uitwerkingen opdracht 2 (blz. 91)

Slide 12 - Tekstslide