H4 6.4 evenwichtsvoorwaarde
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Stel de evenwichtsconstante op voor de volgende evenwichtsreactie:
CaCO3(s) <=> CaO(s) + CO2(g)
CaCO3(s) <=> CaO(s) + CO2(g)
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
In een vat van 500 ml zit aanvankelijk 5,0 mol waterstof en 3,0 mol zuurstof. Op een gegeven moment is er 1,2 mol water.
Wat zijn de concentraties van de stoffen bij evenwicht
Wat zijn de concentraties van de stoffen bij evenwicht
Slide 13 - Open vraag
Bereken de evenwichtsconstante K bij deze reactie.
H2(g) + O2(g) <=> H2O(g)
H2(g) + O2(g) <=> H2O(g)
