5H 13.2 Gaswisseling

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is gezonder?
A
Ademhalen door de mond
B
Ademhalen door de neus

Slide 3 - Quizvraag

Waarom is ademen door je neus 'gezonder' dan ademen door je mond?
A
De lucht wordt verwarmd
B
De lucht wordt gefilterd
C
De lucht wordt vochtig gemaakt
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat sneller als het oppervlak voor gaswisseling...
A
Toeneemt
B
Afneemt

Slide 11 - Quizvraag

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat sneller als de afstand tussen de lucht in de longblaasjes en het bloed...
A
Toeneemt
B
Afneemt

Slide 12 - Quizvraag

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat sneller als het bloed
A
veel hemoglobine bevat
B
weinig hemoglobine bevat

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zuurstof bindt makkelijker aan hemoglobine in een ...
A
Licht zuur milieu
B
Licht basisch milieu

Slide 19 - Quizvraag

Zuurstof bindt makkelijker aan hemoglobine in een ...
A
Relatief warm milieu : > 36 graden C
B
Relatief koel milieu : < 36 graden C

Slide 20 - Quizvraag

Zuurstof laat dus makkelijk los van hemoglobine in een ...
A
Relatief warm, licht zuur milieu
B
Relatief koel, licht basisch milieu
C
Relatief koel, licht zuur milieu
D
Relatief warm, licht basisch milieu

Slide 21 - Quizvraag

Organen en weefsels waar veel verbranding plaats vindt zijn relatief warm en licht zuur, dus...
A
Daar wordt makkelijk O2 opgenomen uit het bloed
B
Daar wordt makkelijk CO2 opgenomen uit het bloed
C
Daar wordt makkelijk O2 afgegeven aan het bloed
D
Daar wordt makkelijk CO2 afgegeven aan het bloed

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Vissen hebben een
A
Enkelvoudige gesloten bloedsomloop
B
Enkelvoudige open bloedsomloop
C
Dubbele gesloten bloedsomloop
D
Dubbele open bloedsomloop

Slide 31 - Quizvraag

Zet de gebeurtenissen bij de ademhaling en bloedsomloop van vissen in de juiste volgorde
1
Zuurstofrijk water stroomt langs de kieuwen
2
3
4
5
Zuurstof lost op in het bloed en CO2 lost op in het water
Zuurstofrijk bloed stroomt naar de weefsels
Het hart pompt het zuurstofarme bloed naar de kieuwen
Zuurstofarm bloed stroomt naar het hart

Slide 32 - Sleepvraag