VWO 2 Chapitre 2 Vergelijkingen

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt Franse zinnen maken met een vergelijking erin.

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  1. Kijk en luister naar het instructiefilmpje
  2. Bestudeer de uitlegdia's
  3. Even oefenen...
  4. Evaluatie
  5. Differentiatie-opdrachten 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Overtreffende trap
Om aan te geven dat iets of iemand bijvoorbeeld het grootst of het kleinst is, gebruik je in het Frans le plus, la plus, les plus
Le plus petit garçon - Het kleinste jongetje
La plus grande fille - Het grootste meisje
Les plus jolis films - De mooiste films
Les plus heureuses filles - De gelukkigste meisjes

Slide 5 - Tekstslide

Onregelmatige vormen
Bijvoeglijk naamwoord:
bon (goed) - meilleur (beter) - le meilleur (best)
Bijwoord:
bien (goed) - mieux (beter) - le mieux (het beste)

C'est un bon joueur - Het is een goede speler
C'est un meilleur joueur - Het is een betere speler
C'est le meilleur joueur - Het is de beste speler
Il joue bien - Hij speelt goed
Il joue mieux - Hij speelt beter
Il joue le mieux - Hij speelt het beste

Slide 6 - Tekstslide

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(de grootste) Romain est ........garçon de la classe.

Slide 7 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(hoogste) La Tour Eiffel est .... tour de Paris.

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(minder moeilijk dan)Le français est ...l'anglais.

Slide 9 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(mooi) Cette voiture est ... la mienne.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(grootste) C'est ... chanteuse de tous les temps.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(mooiste) Ce sont ... filles.

Slide 12 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(beter) Il parle ... français que moi.

Slide 13 - Open vraag

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans

(de beste) C'est .... danseuse de la classe.

Slide 14 - Open vraag

Evaluatie
Bekijk de volgende dia.
Vergelijk deze mensen met elkaar.
Bedenk 3 zinnen met een vergelijking.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk het plaatje van de vorige dia en maak 3 zinnen met een vergelijking erin.

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Link