goed beter het best
bon(ne)(s) meilleur(e)(s) le/la/les meilleur(e)(s)
slecht slechter het slechtst
mauvais(e)(s) pire(s) le/la/les pire(s)
! bijvoeglijk naamwoord 'meilleur' -> bijwoord 'mieux'
Cet acteur joue mieux que l'autre.
Cette actrice joue le mieux.
! Uitzonderingen vh bijvoeglijk naamwoord en bijwoord blijven behouden !