--> Geben, nehmen, treten (lange e): de e verandert niet in –ie, maar in een –i
--> Gehen, stehen, bewegen: sterke werkwoorden, maar de -e blijft een -e in de tegenwoordige tijd. (du gehst, er steht etc.)
--> Nehmen: bij du, er/sie/es h valt weg en extra m komt erbij (du nimmst, er nimmt)