Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Klas 3 gymn Freitag, den 18. März 2022
Freitag, den 18. März 2022
Willkommen
Nachsehen Hausaufgaben
Ziele dieser Unterrichtsstunde
Plauderecke A+B
Gespräch
Grammatik starke Verben üben
Grammatik: vervoegen werkwoorden o.t.t. en v.t.t.
Hören
Hausaufgaben
Zum Schluss
1 / 33
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
33 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Freitag, den 18. März 2022
Willkommen
Nachsehen Hausaufgaben
Ziele dieser Unterrichtsstunde
Plauderecke A+B
Gespräch
Grammatik starke Verben üben
Grammatik: vervoegen werkwoorden o.t.t. en v.t.t.
Hören
Hausaufgaben
Zum Schluss
Slide 1 - Tekstslide
Nachsehen Hausaufgaben:
Boek: Total verknallt!!
Aufgabe 15.1 Seite 29
Aufgabe 16.2 Seiten 29-30
Aufgabe 17.2 Seiten 32-33
Slide 2 - Tekstslide
Ziele Unterichtsstunde
Je kunt een gesprek oefenen m.b.v. de Plauderecken A und B.
Je kunt oefenen met de grammatica.
Slide 3 - Tekstslide
Plauderecke A+B TB Seiten 58-59
Meelezen tijdens luisteren
Slide 4 - Tekstslide
Gespräch
In tweetallen voorbereiden
Bereidt een
goedlopend gesprek
voor m.b.v. Plauderecken A en B =>
5 minuten voorbereidingstijd.
Stel over en weer vragen en geef antwoord hierop
Aantal duo's doen het gesprek voor.
Tip: gebruik Aufgaben 12.1 en 14.1
Denk om uitspraak!
timer
1:00
Slide 5 - Tekstslide
Sterke werkwoorden met e of a in de stam. Wat is de overeenkomst?
Slide 6 - Open vraag
Bij welke sterke werkwoorden is geen i/ie wissel in de stam?
Slide 7 - Open vraag
Welke twee sterke werkwoorden horen qua regels bij sterke werkwoorden met een a in de stam?
Slide 8 - Open vraag
o.v.t en sterke werkwoorden.
Bij welke persoonlijk vnw. krijg je geen uitgang?
Slide 9 - Open vraag
Er .... (nehmen) ein Eis mit Schokolade.
Juiste vorm.
Slide 10 - Open vraag
Marie .... (halten) den Takt.
Slide 11 - Open vraag
..... (geben) du mir mein Geld zurück?
Slide 12 - Open vraag
gebroken
Vertalen
Slide 13 - Open vraag
gelopen
Vertalen.
Slide 14 - Open vraag
aanbevolen
Vertalen.
Slide 15 - Open vraag
gezwegen
Vertalen.
Slide 16 - Open vraag
Vervoegen werkwoorden:
zwakke werkwoorden
werkwoorden met sisklanken
werkwoorden met d/t in stam + 5 extra werkwoorden
werkwoorden van modal en möchten + betekenissen
voltooid deelwoord zwakke werkwoorden: standaardregel + uitzonderingen
sterke werkwoorden
voltooid deelwoord sterke werkwoorden.
timer
1:00
Slide 17 - Tekstslide
Hören Seiten 30-31
Aufgabe 16.4
timer
1:00
Slide 18 - Tekstslide
Hausaufgaben:
Lernen:
Grammatik
Kapitel 13
TB Seiten 64-66 (niet verleden tijd!!!)
=> Lijst van veel voorkomende sterke werkwoorden dus helemaal!!!!
Lernen: Grammatik
Kapitel 12 => stencils met de tegenwoordige tijd!!!!
Machen Kapitel 13
Aufgabe 17.4 Seite 35
Slide 19 - Tekstslide
Zum Schluss
-> Maandag 21 HW Aufgabe 17.5 Seiten 34-35
Boek A klas 2 => vervoegen zwakke werkwoorden
haben sein werden herhalen!!
Slide 20 - Tekstslide
Wiederholung Grammatik
Wat kun je vertellen over sterke werkwoorden met
a
in de stam
?
Bij welke
persoonlijke vnw
krijgt de
a
een
Umlaut?
Welke twee sterke werkwoorden krijgen ook een Umlaut?
Wat kun je vertellen over
over de uitgang
van sterke werkwoorden
in
o.v.t.? Bij welke persoonlijke voornaamwoorden?
Waaraan herken je een sterk werkwoord t.a.v. het voltooid deelwoord?
Slide 21 - Tekstslide
Vervoegen sterke werkwoorden o.t.t.:
Bij sterke werkwoorden met een
e
in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw:
du/er/sie/es/man
-> i of ie
è
uitspraak -> i
ee
uitspraak -> ie
Slide 22 - Tekstslide
Aandachtspunten:
Sterke werkwoorden met e in stam:
gehen, stehen
en
bewegen
->
geen i/ie wissel
geben
-> geen ie =>
i
nehmen
-> bij du/er/sie/es/man:
h
wordt
m
nehmen
-> geen ie =>
i
dus du n
i
mm
st/ er/sie/es/man n
i
mm
t
treten
-> geen ie =>
i
treten
-> bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op d of t
du
tritt
st
dus niet => tritest
er/sie/es/man
tri
tt dus niet => tritet
Slide 23 - Tekstslide
Sterke werkwoorden met
a
in stam o.t.t.
Bij sterke werkwoorden met een a in de stam verandert de stam bij de volgende persoonlijke vnw: ->
du/er/sie/es/man
->
ä
Aandachtspunten:
bij
laufen
en
stoßen
geldt dezelfde regels als hierboven
bij du er/sie/es/man: uitgang anders dan bij werkwoorden met stam op
d of t
du
häl
tst
er/sie/es/man
häl
t
Schema d/t + halten
Slide 24 - Tekstslide
Vervoegen sterke werkwoorden o.v.t.
-> sterke werkwoorden in het Nederlands zijn vaak ook sterk in het Duits.
-> lijst veel voorkomende sterke werkwoorden TB Seiten 65-66
-> kolom 4: verleden tijd -> stam
geen uitgang
bij ich/er/sie/es/man
bij
stam op d/t
=> uitgang begint altijd met een e
bij
stam op sisklank
=> bij du is uitgang t
Slide 25 - Tekstslide
Sterke werkwoorden en verleden tijd:
Stam verleden tijd in lijst
kolom 4
Seiten 65-66
Geen uitgang bij: ich + er/sie/es/man
Standaard uitgang zou zijn: e st t en t en -> denk om stam op sisklank en stam op d/t (+ 5 extra werkwoorden)
Slide 26 - Tekstslide
Sterk ww. + voltooid deelwoord TB Seiten 65-66
Voltooid deelwoord sterke werkwoorden:
eindigt op
-en
klinker wijkt regelmatig af van het hele werkwoord (o.t.t.)
Voltooid deelwoord
zwakke
werkwoorden:
ge+stam+t
stam+t (
be
suchen,
ver
sorgen, train
ieren
)
(be-, ver- en -ieren)
ge+stam+
e
t (stam d/t + 5 extra werkwoorden)
Slide 27 - Tekstslide
Voltooid deelwoord sterke werkwoorden:
voltooid deelwoord sterke werkwoorden:
eindigt op
-en
klinker wijkt regelmatig af
van het hele werkwoord
Slide 28 - Tekstslide
Grammatik: Wederkerend vnw.
Wederkerendvnw aandachtspunten:
alleen wederkerend vnw in de zin ->
4e naamval
naast wederkerend vnw ook
lijdend vnw
in de zin -> wederkerend vnw
3e naamval
Lichaamsdelen in zin ->
wederkerend vnw 3e naamval
-> in Nederlands gebruiken we het
bezittelijk vnw ipv wederkerend vnw.
Slide 29 - Tekstslide
Betekenis Modalverben:
dürfen = mogen, toestemming hebben
können = kunnen, in staat zijn tot
mögen = houden van, lusten, aardig vinden
müssen = moeten/noodzaak -> het kan niet anders
Betekenis Modalverben:
sollen = moeten/bevel, wil van een ander
wollen = willen
wissen = weten
möchten = zou graag willen
(möchten andere vorm van mögen)
Slide 30 - Tekstslide
Vervoegen van de Duitse Modalverben:
De Duitse Modalverben verschillen in de tegenwoordige tijd in
twee belangrijke opzichten
van de gebruikelijke vervoeging van Duitse werkwoorden:
de
enkelvoudige
personen (ich, du, er, sie, es) hebben
een klinkerwisseling
ten opzichte van het meervoud. Bv. 'ich kann' en 'wir können'.
de 1ste (ich) en 3de persoon
enkelvoud
(er, sie, es) hebben
géén uitgang.
Bv. 'ich darf' én 'er darf' (dus niet 'darft!').
Slide 31 - Tekstslide
Uitzonderingen bij wissen en sollen
sollen ->
geen
klinkerwisseling bij: ich, du, er, sie, es, man
wissen -> bij ich, du, er, sie, es, man ->
ss wordt
β
Slide 32 - Tekstslide
Möchten
Stam eindigt op een t!!
Ezelsbruggetje: eindigt de stam op een d/t begint de uitgang altijd met een
e
. Deze regel geldt ook voor möchten,
maar.....
Uitzondering op uitgang:
bij er/sie/es/man → niet et →
e
als uitgang
er/sie/es/man möcht
e
(
er/sie/es/man antwort
et)
Slide 33 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Klas 3 gymn Freitag, den 4. März 2022
Februari 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 4. April 2022
April 2022
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 14. März 2022
Maart 2022
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Freitag, den 1. April 2022
Maart 2022
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 30. Mai 2022
Mei 2022
- Les met
35 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 7. März 2022
Maart 2022
- Les met
22 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 28. März 2022
Maart 2022
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Klas 3 gymn Montag, den 21. März 2022
Maart 2022
- Les met
30 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3