Les 30 KGT Sterke en zwakke werkwoorden

👨‍🏫 Volgorde van de les
1. Leeskilometers maken  2- Wat weet je al?    3- Instructie + samen oefenen   4- Zelfstandig werken   5. Terug- en vooruitblik



  Start met lezen 
timer
10:00
Nodig:  Leesboek - boek NN - schrift - pen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

👨‍🏫 Volgorde van de les
1. Leeskilometers maken  2- Wat weet je al?    3- Instructie + samen oefenen   4- Zelfstandig werken   5. Terug- en vooruitblik



  Start met lezen 
timer
10:00
Nodig:  Leesboek - boek NN - schrift - pen

Slide 1 - Tekstslide

           Spelling werkwoorden

Sterke en zwakke werkwoorden
Nodig:  Leesboek - boek NN - schrift - pen
                                              Lesdoel: ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn en kan deze goed spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Sterke en zwakke werkwoorden
  • ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn.
  • ik kan sterke en zwakke werkwoorden goed spellen. 
Lesdoelen
👨‍🏫 Volgorde van de les
1- Wat weet je al?    2- Instructie + samen oefenen   3- Zelfstandig werken   4. Terug- en vooruitblik



Slide 3 - Tekstslide

   Werkwoorden
   Wie schrijft de meeste werkwoorden op?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is juist?
A
sterke werkwoorden veranderen van klank.
B
zwakke werkwoorden veranderen in van klank.

Slide 6 - Quizvraag

Sterk of zwak werkwoord?
Sterk werkwoord
Zwak werkwoord
stoppen
hebben
dansen
worden
schrijven
boffen
lopen
zijn
fietsen
lachen

Slide 7 - Sleepvraag


Blijft de klank van -geven- in de verleden tijd hetzelfde?
A
Ja, het is een zwak werkwoord
B
Nee, het is een sterk werkwoord

Slide 8 - Quizvraag

Van welk werkwoord komt
KREEG

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag
Opdr.  1-2-3-4-5-6
234-235
nakijken
Terug- en vooruitblik 
                       Lesdoel: ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn en kan deze goed spellen.     

Slide 10 - Tekstslide

      Terugblik en vooruitblik
Terugblik
Je hebt geleerd wat sterke en zwakke werkwoorden zijn en hoe je deze kunt spellen.  (check)

Vooruitblik
In de volgende les ga je de onderdelen voor het SO herhalen.


Slide 11 - Tekstslide


          Blijft de klank van -rennen- in de verleden tijd hetzelfde?
A
Ja, het is een zwak werkwoord
B
Nee, het is een sterk werkwoord

Slide 12 - Quizvraag

doet
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord

Slide 13 - Quizvraag