Grammatica zinsdelen les 5: Bijvoeglijke bepaling en bijstelling

Grammatica zinsdelen les 5: Bijvoeglijke bepaling en bijstelling
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas
Stap 2: pak je Chromebook, schrift
Stap 3: Doe de volgende opdracht in je schrift: vul op de stippellijn een passend woord in: Met hun neus wroeten de ..... varkens in de grond.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen les 5: Bijvoeglijke bepaling en bijstelling
Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas
Stap 2: pak je Chromebook, schrift
Stap 3: Doe de volgende opdracht in je schrift: vul op de stippellijn een passend woord in: Met hun neus wroeten de ..... varkens in de grond.

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je hebt zonet extra informatie toegevoegd in een zinsdeel. Dit noemen we de bijvoeglijke bepaling.


Je kunt aan het einde van de les de bijvoeglijke bepaling en de bijstelling benoemen in een zin.

Slide 2 - Tekstslide

Wat ga je doen?
  • Lezen 
  • Nakijken: Voorzetselvoorwerp
  • Uitleg + oefening: Bijvoeglijke bepaling
  • Uitleg + oefening: Bijstelling
  • Huiswerk volgende les: Les 5 bijvoeglijke bepaling en bijstelling

Slide 3 - Tekstslide

H3A: Lezen in Overspoeld
Leesboeken worden gepakt op volgorde van nummer van de lijst in SOM.

Elke week een leesschema. Deze week: blz. 8 t/m 35.

Waar gaat het boek over: Pieter heeft eindexamen gedaan en wil er tussenuit. Het is 2004. Hij gaat Engelse les geven op Sri Lanka en hij maakt nieuwe vrienden: John, Andrew, Elin en Isabelle
Op Tweede Kerstdag 2004 komt er een aardbeving met tsunami. Gaan Pieter en zijn vrienden dit overleven?
timer
9:00

Slide 4 - Tekstslide

H3B +C: Lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Nakijken huiswerk les 4: voorzetselvoorwerp: Opdracht 1
1. De meeste kleine kinderen/ luisteren/ graag /naar traditionele sprookjes.
Pv: luisteren
Ow: de meeste kleine kinderen
Wg: luisteren
Vv: naar traditionele sprookjes

2. Op de Olympische Spelen /twijfelde/ Bolt /nooit /aan zijn winst op de 100 meter.
Pv: twijfelde
Ow: Bolt
Wg: twijfelde
Vv: aan zijn winst op de 100 meter


Slide 6 - Tekstslide

3. De agent/ heeft/ zich/ behoorlijk /geërgerd /aan de grote mond van die arrestant.
Pv: heeft
Ow: de agent
Wg: heeft geërgerd
Vv: aan de grote mond van die arrestant
4. Wie van jullie/ keek/ het meeste /uit/ naar de eerste schooldag?
Pv: keek
Ow: wie van jullie
Wg: keek uit
Vv: naar de eerste schooldag



Slide 7 - Tekstslide

5. In de polder/ waarschuwen/ verkeersborden /voor overstekende otters.
Pv: waarschuwen
Ow: verkeersborden
Wg: waarschuwen
Vv: voor overstekende otters
6. Meestal /zullen /leerlingen/ uitgaan /van de eerlijkheid van de docent.
Pv: zullen
Ow: leerlingen
Wg: zullen uitgaan
Vv: van de eerlijkheid van de docent


Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2
1. ja
2. nee, bijwoordelijke bepaling
3. nee, bijwoordelijke bepaling
4. Ja
5. Nee, bijwoordelijke bepaling. Op haar vriendin is wel een voorzetselvoorwerp.
6. Ja

Slide 9 - Tekstslide

Bijvoeglijke bepaling
Bijvoeglijke bepaling: Extra informatie van een woord (de kern) binnen een zinsdeel.
Voorbeeldzin: De bekende regisseur van deze film/heeft/ al eerder/ twee hele mooie films /gemaakt.
Hoe noteer je de bijvoeglijke bepaling:
Schrijf het woord op en zeg waar het iets over zegt(de kern)
Voorbeeld: bijv. bepaling: bekende --> regisseur, van deze film --> regisseur.
Een zin kan meerdere bijvoeglijke bepalingen hebben.

Slide 10 - Tekstslide

Een goede juwelier werkt precies.
Wat is hier de bijvoeglijke bepaling?

Slide 11 - Open vraag

Zijn reddingspogingen zorgen voor hilarische beelden.
Wat is de bijvoeglijke bepaling?

Slide 12 - Open vraag

Bijstelling
Een bijstelling is geen zinsdeel, maar een onderdeel van een zinsdeel.
Een bijstelling staat altijd tussen komma's of na een komma.
Een bijstelling herhaalt een zaak of persoon, maar met andere woorden.
Voorbeeld: Gisteren zag ik een mooie auto, een Porsche 911, in de parkeergarage staan. 

Slide 13 - Tekstslide

Wat is hier de bijstelling?
Mijn twee katten, Kitty en Pinky, houden van slapen

Slide 14 - Open vraag

Wat is de bijstelling?
Wil je vanmiddag de blauwe tas, dat ding van de AH, terugbrengen?

Slide 15 - Open vraag

Heb jij nog een vraag over de zinsdelen: pv, ow, zinsdeelstreepjes, wg, ng, lv, mv, vv, bwb, bvb, bijstelling? Heb je geen vraag, typ dan nee.

Slide 16 - Open vraag

Aan de slag
Maken: Les 5: bijvoeglijke bepaling en bijstelling.
Waarom: Je leert de bijvoeglijke bepaling en de bijstelling te herkennen, zodat je ze zelf in een zin correct kunt gebruiken.
Hoe: Alle antwoorden komen in je schrift. Je werkt alleen en in stilte (5 minuten lang. Daarna overleg)
Tijd: Tot het einde van de les kun je hieraan werken.
Klaar: Lezen in je leesboek.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe bereid je deze toets voor?
1. Maak een samenvatting van alle zinsdelen: Wat is het en hoe vind je het?
2. Maak je huiswerk opnieuw, met name de opdrachten die je niet begreep en/of fout had.
3. Maak de oefentoets. Dit is een weergave van de echte toets.

Slide 18 - Tekstslide