Blok 6 week 1 les 4

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Spelling blok 6 week 1 les 4

Doel: herkennen van de voltooide tijd

Voltooide tijd

Het is klaar, voltooid, dus voltooide tijd. 

De bal is in de sloot gevallen. 

Masja heeft de bal van haar vader gekregen.

In welke tijd staat de volgende zin:
De ringen glimmen.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

In welke tijd staat de volgende zin:
Boer Jan rook.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

In welke tijd staat de volgende zin:
Ik heb geslapen

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

In welke tijd staat de volgende zin:
Het veulentje dronk.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

In welke tijd staat de volgende zin:
Deze kinderen zijn gekozen.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

In welke tijd staat de volgende zin:
Sjors schrikt.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd
3. voltooide tijd

Schrijf op....

de vlooien

Schrijf op....

zij kriebelen

Schrijf op....

ik krab

Schrijf op....

Suriname

Schrijf op....

giftig

Schrijf op....

de rivier

Schrijf op....

Heb jij van het sluwe spinnetje Anansi gehoord?

Wat is heb in de volgende zin?
Heb jij van het sluwe spinnetje Anansi gehoord?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. hulpwerkwoord
4. voltooid deelwoord

Wat is gehoord in de volgende zin?
Heb jij van het sluwe spinnetje Anansi gehoord?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. hulpwerkwoord
4. voltooid deelwoord

Wat is sluwe in de volgende zin?
Heb jij van het sluwe spinnetje Anansi gehoord?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. hulpwerkwoord
4. voltooid deelwoord

Maak in je werkboek blok 6 week 1 les 4 op bladzijde 23