Les 2.1 Fictie

2.1 Fictie (les 1)
Vak: Nederlands 
Jaar: 1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2.1 Fictie (les 1)
Vak: Nederlands 
Jaar: 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk jij? Wat is het meest gelezen fictiegenre in Nederland en waarom?
Science fiction
Fantasy
Humor
Avontuur
Erotiek
Autobiografie
Thriller

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis ophalen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is hier een bijpersoon?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Jon
B
Garfield
C
Odie

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Fictie of non-fictie
A
fictie
B
non-fictie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Fictie of non-fictie?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wie is hier de hoofdpersoon?
A
Benno
B
Lucie
C
Mats

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fictie of non-fictie
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de hoofd- en
bijpersonen in dit boek?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je vertellen waar je op let als je een boek uitkiest om te lezen.

Aan het einde van de les kun je hoofd- en bijpersonen onderscheiden en het verschil uitleggen

Slide 11 - Tekstslide

"Grammatica leren helpt me beter schrijven en spreken, waardoor ik duidelijk en zelfverzekerd kan communiceren. 
Nut van deze les
Door fictiegenres en diverse hoofdpersonen en bijpersonen te bestuderen, leer ik verschillende soorten verhalen te waarderen en te begrijpen. 
Dit helpt mij mijn leesvaardigheid te verbeteren en mijn interesse in boeken te vergroten. 

Slide 12 - Tekstslide

"Grammatica leren helpt me beter schrijven en spreken, waardoor ik duidelijk en zelfverzekerd kan communiceren. 
Lesprocedure
Klassikaal (10 min)
1. Genres                                                5. Uiterlijke kenmerken 
2. Realistisch verhaal                      6. Karaktereigenschappen.
3. Inleven 
4. Hoofdpersoon 

Opdrachten maken  ( 15 min) 
Nabespreken (10 min)
Afsluiten (5)




Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Genres (verhaalsoort)
  • hier-en-nu
  • historisch
  • oorlog
  • fantasie
  • fantasy
  • science fiction
  • griezel
  • gedichten

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hier en nu


Historisch

- Dit zijn realistische verhalen die spelen in de echte wereld, zoals jij die kent. 


- Personages zouden echt kunnen zijn, gebeurtenissen zouden echt gebeurd kunnen zijn e.d.


- Het is voorstelbaar.


- Hier-en-nu kan humoristisch zijn, avontuurlijk, emotioneel, enzovoort.

- In deze boeken is geschiedenis belangrijk.


- Vaak lees je in deze boeken over nieuwsgierige en leergierige personages van vroeger en over avontuur.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorlog


Fantasie 

Bijvoorbeeld sprookjes 

- Verhalen over een oorlog (bijvoorbeeld als avontuur of als waarschuwing).

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fantasy


Science fiction

- In fantasyboeken wordt er altijd over een andere
wereld (eventueel naast de wereld die wij kennen) geschreven.


- In deze andere wereld kunnen andere wezens e.d. bestaan.

- Een verhaal dat zich altijd in de verre toekomst afspeelt.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Griezel


Gedichten

-

- Boeken met gedichten



- Boeken met griezelverhalen.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.Hoofdpersoon
De persoon over wie het hele boek gaat.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Realistisch


De personen in het verhaal maken dingen mee die in het echt ook kunnen gebeuren.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Inleven

Je voorstellen hoe het is om iemand anders te zijn of hoe iemand anders zich voelt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Uiterlijke kenmerken

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Karaktereigenschap
Hoe iemand is. Bijvoorbeeld: vrolijk, grappig, lui of rustig.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten maken 
Maak opdracht 1 tot en met 12 (kgt) / 13 (GL).

Huiswerk voor de volgende les:
1 tot en met 12 (kgt) 13 (GL)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klaar?
Vraag een eerder-klaar-opdracht aan de docent. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fictie 2.1 (les 2)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les kun je een eigen fantasieverhaal schrijven, waarbij je nieuwe en originele personages, plaatsen en gebeurtenissen kan bedenken en beschrijven.

Slide 27 - Tekstslide

"Grammatica leren helpt me beter schrijven en spreken, waardoor ik duidelijk en zelfverzekerd kan communiceren. 
Opdracht 
  • Je gaat een verhaal schrijven. Het wordt een verhaal om aan
      elkaar voor te lezen.
  • Wat voor soort verhaal zou jij zelf leuk vinden om te horen?
  •  Wanneer is volgens jou een verhaal een goed verhaal? 
  • Waar moeten schrijvers op letten?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een verhaal goed?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies