Terugblik Module 1 grondstoffen

Wat is het meeste blijven hangen van de vorige module?
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het meeste blijven hangen van de vorige module?

Slide 1 - Woordweb

Waaruit bestaan eiwitten?
A
Glucose-moleculen
B
Glycerol en vetzuren
C
Aminozuren
D
Enzymen

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Eiwitten kunnen onoplosbaar worden door
A
Verhitten
B
Toevoegen van zuur
C
Verhitten en toevoegen van zuur
D
Geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden van koolhydraten zijn zetmeel, suikers en voedingsvezels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Wat zijn onverteerbare koolhydraten?
A
zetmeel
B
voedingsvezels
C
suikers
D
glucose

Slide 8 - Quizvraag

Waardoor wordt het zetmeel omgezet in suikers?
A
Bacteriën
B
Enzymen
C
Gistcellen
D
Alcohol

Slide 9 - Quizvraag

Zetmeel en suiker zijn beide polysachariden
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Suiker beïnvloedt de viscositeit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Suiker beïnvloedt niet de smaak en kleur?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Vetten zijn:
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reserve stof

Slide 14 - Quizvraag

Wat is gezonder voor de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de functie van een vitamine?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Reservestof
D
Beschermende stof

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn de in water oplosbare vitaminen?
A
Vitamine A en Vitamine D
B
Vitamine E en vitamine K
C
Vitamine B en Vitamine C
D
Vitamine E en vitamine D

Slide 18 - Quizvraag

Waarom heeft onze lichaam vitaminen nodig?
A
Ondersteuning van groei en stofwisselingsproces
B
Bescherming tegen ziektes
C
alle antwoorden zijn juist

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kan een emulsie instabiel worden?

Slide 22 - Woordweb

Instabiliteit van een emulsie
- Druppelgrootte (homogenisatie proces)
- Voldoende emulgator 
- Dikte oppervlakte actief materiaal
- Aanwezigheid tegen ionen (citraat vangt vrij calcium)




Slide 23 - Tekstslide

Droge stof te laag
Droge stof te hoog
product te veel verdund
krijgt de patient te weinig voedingsstoffen
Kost geld
geef je dure voedingsstoffen weg 
product te geconcentreerd

Slide 24 - Sleepvraag