De wereld als jury (5H)

'De wereld als jury'
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

'De wereld als jury'

Slide 1 - Tekstslide

2. Wat is de functie van de woordspeling 'creality', gelet op de gedachtegang in alinea 3?
Met creality wordt ..
A
aangegeven dat in de derde generatie realityprogramma's een werkelijkheid gecreëerd wordt.
B
bedoeld dat in de laatste generatie reality-tv de make-over centraal staat.
C
de rol van casting benadrukt die nodig is voor een bepaald soort realityprogramma's.
D
het creatieve vakmanschap getypeerd dat schuilgaat achter een realityprogramma.

Slide 2 - Quizvraag

3. Bij welke alinea begint deel 3 'Gevolgen castingmentaliteit'?
A
alinea 4
B
alinea 5
C
alinea 6
D
alinea 7

Slide 3 - Quizvraag

4. Bij welke alinea begint deel 4
'De positieve werking van het castingprincipe'?
A
alinea 9
B
alinea 10
C
alinea 11
D
alinea 12

Slide 4 - Quizvraag

5. Leg in eigen woorden uit wat volgens Beunders het verschil is tussen Big Brother en moderne castingshows - max. 25 woorden

Slide 5 - Open vraag

7. Noem drie verschillende maatschappelijke terreinen waarin het castingprincipe is doorgedrongen.

Slide 6 - Open vraag

8. Welke drogreden zou een kritische lezer in het citaat kunnen aanwijzen?
A
een cirkelredenering
B
een onjuist beroep op causaliteit
C
het maken van een verkeerde vergelijking
D
het ontduiken van bewijslast

Slide 7 - Quizvraag

12. Op welk ander argumentatieschema wordt er in alinea 9 beroep gedaan?
A
kenmerk of eigenschap
B
oorzaak en gevolg
C
overeenkomst en vergelijking
D
voor- en nadelen

Slide 8 - Quizvraag

14. 'De castingmaatschappij biedt een oplossing voor dit dilemma'
Welk dilemma wordt hier bedoeld?

Slide 9 - Open vraag

Leg uit op welke manier de castingmaatschappij houvast kan bieden (max. 20 woorden)

Slide 10 - Open vraag

Lees tekstfragment 2
Wat is het belangrijkste verschil tussen de hoofdtekst en tekstfragment 2?
A
In de hoofdtekst gaat het om castingshows en in TF2 om een generatieconflict
B
In de hoofdtekst gaat het om de hele maatschappij en in TF2 om een specifieke groep.
C
In de hoofdtekst gaat het om verschillende eigenchappen en in TF2 alleen om ambitie.
D
In de hoofdtekst gaat het om zelfescenering en in TF2 vooral om het perfecte uiterlijk.

Slide 11 - Quizvraag

Hoe kan 'de wereld als jury' het best getypeerd worden?
A
deels als analyse over de invloed van castingshows en deels als beschouwing over authenticiteit.
B
deels als kritiek op het aan castingshows gehechte belang en deels als oproep om voorzichtig te zijn met sites zoals Facebook.
C
deels als onderzoek naar de invloed van programma's zoals Idols en deels als waarschuwing voor de zelfescenering in castingshows.
D
deels als relaas van het verschijnsel castingshow en deels als betoog voor het behoud van een eigen identiteit.

Slide 12 - Quizvraag

Leg de titel uit, gelet op de strekking van de tekst - ga in op beide elementen (max 20 woorden).

Slide 13 - Open vraag

Bekijk blz. 91 - welke bewering geeft het beste de hoofdgedachte van de tekst weer?
A

Slide 14 - Quizvraag