H3 grammatica zinsdelen

Hoofdstuk 3
Grammatica zinsdelen
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
nedMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3
Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

- Je weet hoe je de pv, gez, ow, lv, mv en bwb kunt vinden

- Je weet hoe je lastige onderwerpen kunt vinden.

Slide 2 - Tekstslide

Welke vraag stel je om het onderwerp e vinden?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het onderwerp van deze zin?
De arts gaat volgende week het gips verwijderen.
A
Arts
B
de arts
C
gaat
D
het gips

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp van een zin?
A
Wat (soms wie) + wg + ow?
B
Wie (soms wat) + wg + ow?
C
Aan wie (soms voor wie) + wg + ow + lv?
D
Wat (soms wie) + wg?

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp inde volgende zin:
De arts gaat waarschijnlijk volgende week het gips verwijderen.
A
De arts
B
volgende week
C
het gips
D
gaat verwijderen

Slide 6 - Quizvraag

Vraag om het mv te vinden?

Slide 7 - Woordweb

Vraag meewerkend voorwerp

Slide 8 - Open vraag

Wat moet je doen:

- Grammatica zinsdelen test maken (prikker: zet je testscore in je schrift!
0% - 54% = opdr 2,3,4,5 en 7
55% - 64% = opdr 3,4,5 en 7
65% -80 % = opdr 3,4,6,7
81% - 100% = opdr 6,7,8

Slide 10 - Tekstslide