week 12 les 1 1v1 much/many & question tag & this that

Welcome!
LessonUp class: 1v1: log in with google, enter class code:  jzltg
  

Today's class: Catch Up
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
LessonUp class: 1v1: log in with google, enter class code:  jzltg
  

Today's class: Catch Up

Slide 1 - Tekstslide

Silent reading
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Homework Check
Self-test Unit 4

Slide 3 - Tekstslide

Grammar 
much/many / (a) little / (a) few

Telbare zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar je een getal voor kunt zetten en die je dus in het meervoud kunt gebruiken --> many/ few/ a few:
one student - two students
one mountain - twelve mountains

Niet-telbare zelfstandige naamwoorden zijn woorden waar je géén getal voor kunt zetten en die dus ook geen meervoudsvorm hebben, zoals time en milk --> much/little/ a little .

Slide 4 - Tekstslide

There are .......
boys in my class.
A
much
B
many

Slide 5 - Quizvraag

They haven't got
.........
money.
A
much
B
many

Slide 6 - Quizvraag

There were
....
(weinig) people in the shop.
A
a little
B
little
C
a few
D
few

Slide 7 - Quizvraag

There are
...
(een paar) onions in this curry.
A
a little
B
little
C
a few
D
few

Slide 8 - Quizvraag

Grammar 
Question tags
Een tag is een kort vraagje aan het einde van een zin: ..., is it? / ..., isn't it? / ... can't you?
De spreker vraagt hiermee eigenlijk: Ben je het met me eens?
In het Nederlands zeg je vaak iets als: nietwaar? / hè? / toch? / vind je niet?


Na een bevestigende zin (+) is de tag ontkennend (–).
Na een ontkennende zin (–) is de tag bevestigend (+).

Slide 9 - Tekstslide

We can have lunch today,
.......?
A
can we
B
can't we
C
have we
D
few

Slide 10 - Quizvraag

There aren't many dogs at the park today, ....?
A
aren't they
B
are they
C
aren't there
D
are there

Slide 11 - Quizvraag

They have got very little time, ....?
A
have they
B
haven't they
C
got they
D
got they not

Slide 12 - Quizvraag

Grammar 
This/ That/ These/ Those

this / these: als je iets dichtbij aanwijst


that / those: als je iets ver(der) weg aanwijst

this/ that : enkelvoud

these/ those : meervoud























Slide 13 - Tekstslide

Are
..... socks right here yours?
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 14 - Quizvraag

... car is too far away. I can't see it.
A
this
B
that
C
these
D
those

Slide 15 - Quizvraag

Check

Any questions?

Slide 16 - Tekstslide

You work! 
Catch up Unit 3 

Finished? Start on the Catch up unit 4


Slide 17 - Tekstslide

Next Lesson
5 final presentations! 

Send your powerpoint to FBR@segbroek.nl

Slide 18 - Tekstslide