H5 KADER oefenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Stelling van Pythagoras

Korte oefentoets

Geef het antwoord

9​2​​=...

1. 3
2. 11
3. 18
4. 81

Geef het antwoord

√​16​​​=...

1. 3
2. 4
3. 32
4. 256

Geef het antwoord

√​121​​​=...

1. 11
2. 10
3. 12
4. 242

Rond 34,2857 af op 2 decimalen.

2,4² =

√​49​​​=

Rond af op twee decimalen.

Machten...

2​4​​=

1. 2 x 4 = 8
2. 2 + 2 + 2 + 2 = 8
3. 2 x 2 x 2 x 2 = 4
4. 2 x 2 x 2 x 2 = 16

Hoe noem je de 6?

5​6​​=

1. grondtal
2. exponent
3. macht
4. kwadraat

Hoe noem je de 5?

5​6​​=

1. grondtal
2. exponent
3. macht
4. kwadraat

Wat is een diagonaal?

1. 
2. 
3. 
4. 

Bereken. Rond zo nodig af op 2 decimalen:

16​4​​:2​3​​+25​3​​:5​4​​=

1. 625
2. 4590
3. 8217
4. 9876

Bereken.
Schrijf de tussenstappen in je schrift.

5×(4−3)​3​​=

1. 5
2. 45
3. 8
4. 11

(17+3)​2​​

: 40 - 8 =

(17+3)​2​​

Rond af op 2 decimalen:

√​0,5​​​+√​0,5​​​×3=

Wat voor soort driehoek is dit?

1. Rechthoekige driehoek
2. Gelijkbenige driehoek
3. Gelijkzijdige driehoek
4. Geen van de drie

Wat zijn de rechthoekszijden in deze driehoek?

1. A B C
2. AB en BC
3. AB en AC
4. A-B en A-C

Als de 2 rechthoekszijden bekend zijn, hoe heet dan de overgebleven zijde?

Welke zijde is de

schuine zijde?

1. DE
2. EF
3. DF
4. DEF

Wat is de rechte hoek in deze driehoek?

1. Hoek A
2. Hoek C
3. Hoek B
4. Geen van allen

Bereken zijde PR.

Schrijf het schema in je schrift.

1. PR = 25
2. PR = 144
3. PR = 13
4. PR = 14

Bereken zijde DF.

Schrijf het schema in je schrift.

1. DF = 100
2. DF = 6
3. DF = 36
4. DF = 8

Bereken zijde RT.
Rond af op één decimaal.
Schrijf het schema in je schrift.

1. RT = 16 cm
2. RT = 25 cm
3. RT = 9 cm
4. RT = 3 cm

Bereken de hoogte van de vlieger.
Schrijf het schema in je schrift.

1. 6 m
2. 18 m
3. 324 m
4. 38 m

Bereken de afstand tussen A (-2 , 1) en B (3 , -2).
Rond af op twee decimalen.
Teken het assenstelsel en het schema in je schrift.

Bereken of deze driehoek rechthoekig is?
Schrijf het schema in je schrift.

1. Ja
2. Nee

Bereken de lengte van diagonaal AH. Rond af op één decimaal.

Teken de schets en het schema in je schrift.

1. 41 cm
2. 5 cm
3. 6,4 cm
4. 25 cm

1.

2.

3.

()

x :

+ -