les 4/5-10 ww-la familia

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoy: 
De doelen van vandaag zijn:
leren vervoegen
jezelf voorstellen
de familie herhalen
aan de presentatie werken

Slide 2 - Tekstslide

Neem de getallen en de ww tener, ser en llamarse door.
Leer de voca blz. 47, el tiempo libre es-nl/nl-es.
Neem je laptop mee!

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

SO bespreken

Slide 5 - Tekstslide


yo
él/ella/usted

nosotros/-as
vosotros/-as
ellos/ellas/ustedes
persoonlijke voornaamwoorden

ik

jij

hij/zij/u


wij

jullie

zij/u (meervoud)

Slide 6 - Tekstslide

De regelmatige werkwoorden 
  • Het vervoegen van werkwoorden, wat is dat?
  • In het Spaans zijn er 3 soorten werkwoorden. 


vivir
comer
caminar
beber
bailar
escribir
  • Bovenstaande werkwoorden zijn de hele werkwoorden.
  • Als je -ar, -er of -ir van de werkwoorden afhaalt heb je de stam.           (camin, bail, com, beb, viv, escrib, estudi)

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1: 
de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Stap 2: 
leer de vervoegingen van -ar

yo
as
él / ella/ usted
a
nosotros / nosotras
amos
vosotros / vosotras
áis
ellos / ellas / ustedes
an
Deze uitgangen plak je achter de stam!
neem dit schema 
over in je schrift!

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan
hablar = praten
Nu wil je zeggen jij praat. (voorbeeld)

1. Haal -ar van het hele werkwoord af: habl (dit is de stam)
2. Wat is de jij-vorm?
3. Welke vervoeging staat er bij tú? as
4. Plak de vervoeging achter de stam = habl + as = hablas 

                                       JIJ PRAAT = TÚ HABLAS 

Slide 10 - Tekstslide

Un ejemplo / een voorbeeld
Omdat iedere persoon een unieke uitgang heeft, wordt het persoonlijke voornaamwoord vaak weggelaten. 

Slide 11 - Tekstslide

¿entendido?
Hoe vervoeg je de werkwoorden op -er en -ir?

Slide 12 - Tekstslide

Stap 1: 
de persoonlijke voornaamwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Stap 2: 
leer de vervoegingen van -er

yo
es
él / ella/ usted
e
nosotros / nosotras
emos
vosotros / vosotras
éis
ellos / ellas / ustedes
en
Deze uitgangen plak je achter de stam!
neem dit schema 
over in je schrift!
Wat valt op?

Slide 14 - Tekstslide

Stap 2: 
leer de vervoegingen van -ir

yo
es
él / ella/ usted
e
nosotros / nosotras
imos
vosotros / vosotras
ís
ellos / ellas / ustedes
en
Deze uitgangen plak je achter de stam!
neem dit schema 
over in je schrift!
Wat valt op?

Slide 15 - Tekstslide

Vervoeg de werkwoorden
Reader blz. 48 oef. 1 en 2
Reader blz. 49 vervoeg escribir en vivir
TB blz. 40 oef. 1

Slide 16 - Tekstslide

Hola
Buenos días
Buenas tardes
¿Qué tal? of
¿Cómo estás?
bien / mal / regular

¡Adiós!
Hasta luego/  hasta la próxima/
hasta mañana
Hallo
Goedemorgen
 
Hoe gaat het?

goed/slecht/redelijk

Dag!
Tot ziens!/ tot de volgende keer/ 
tot morgen

Slide 17 - Tekstslide

¡ a presentarse !
¿Cómo te llamas?/ ¿Cuántos años tienes?/ ¿De dónde eres?/ ¿A qué te dedicas?
¿Dónde vives? = ... en stad/land
¿Cuál es tu número de teléfono? mi número ... el 06...
¿Cuál es tu dirección de correo electrónico? mi email ...


Slide 18 - Tekstslide

Pausa
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

Repetimos

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

la madre
el hijo
el abuelo
la hermana
el nieto
la sobrina
het nichtje
de moeder
de kleinzoon
de zus
de opa
de zoon

Slide 22 - Sleepvraag

El padre de mi padre es mi...
A
hermano
B
abuelo

Slide 23 - Quizvraag

La hermana de mi madre es mi...
A
abuela
B
tía

Slide 24 - Quizvraag

El hijo de mis padres es mi..
A
hermano
B
hermana

Slide 25 - Quizvraag

La hija de mi tía es mi...
A
madre
B
prima

Slide 26 - Quizvraag

Vervoeg de werkwoorden
Reader blz. 48 oef. 1 en 2
Reader blz. 49 vervoeg escribir en vivir
TB blz. 40 oef. 1

Slide 27 - Tekstslide

Evaluatie
Aan het einde van de les kun je praten over familie in het Spaans.
Aan het einde van de les kan je regelmatige werkwoorden die vervoegen.

Slide 28 - Tekstslide

A trabajar...
Empezar con la presentación hasta el final de la clase

Slide 29 - Tekstslide

La presentación 
Zie blz. 4 van je reader.

1. familia: tener + familielid, daarna llamarse + naam
2. hobby's: zie voca  blz. 47
3. vrienden: mis mejores ...   son
4. lievelingsvak: mi asignatura favorita es + vak
5. huisdier: tener + huisdier
Maak nu alvast (in je schrift) een tekst voor je presentatie en gebruik je aantekeningen!

Slide 30 - Tekstslide