Les economie

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Les economie

Duurzaamheid stimuleren

introductie

• Duurzaamheid stimuleren
• 2 grafieken, vervuilende en schone productie
• Overheden grijpen in om CO2-uitstoot t verminderen

Theorie

Belangrijk: overheid grijpt in de productie van bepaalde markten​

Waarom grijpt de overheid in?​

In deze opdracht: wil de overheid negatieve externe effecten verminderen.

Theorie

In de vorm van: subsidies en heffingen.​

Heffingen: door het inzetten van heffingen in door bijvoorbeeld belastingen en accijnzen te verhogen wordt vervuilende productie van markt A duurder, wat in de prijzen van consumenten wordt gebracht, daardoor zal de vraag en dus aanbod gaan dalen.​

Subsidies: subsidies zijn juist gebruikt om productie te stimuleren, in dit voorbeeld de schone productie van markt B. Door bijvoorbeeld geld bijdragen te ontvangen van de overheid kan markt B de prijzen van de producten verlagen waardoor vraag en aanbod naar producten juist stijgen.​

Theorie

Kruislingse Prijselasticiteit: De kruislingse elasticiteit van de vraag (Ek) is de mate waarin een prijsstijging van een goed 'x' de vraag naar een goed 'y' verandert.

​

Positief: Als de prijs van thee stijgt, stijgt de vraag naar koffie (substituten).​

Tips

-Bij opdracht 3 goed letten op subsidie en C02 uitstoot​.

-Bij A moet je naar de figuur kijken en bij B moet je rekening houden met de subsidie​.

-Betrek de winstgevendheid om je antwoord te concluderen (opgave 5)​.

Opgave 1

maximumscore 2​   

  Een voorbeeld van een juist antwoord is:​

De vervuilende productie leidt tot milieuvervuiling zoals stankoverlast /​

   klimaatverandering / slechtere luchtkwaliteit / slechtere waterkwaliteit. 1​p

Dit leidt tot (extra) kosten die niet door de gebruikers zelf worden​

   betaald maar door de maatschappij (via betaalde belastingen). 1p

Opgave 2

 maximumscore 2​

    Een voorbeeld van een juiste berekening is:​

Aflezen evenwichtsprijs: De marktprijs stijgt van € 18 naar € 20, dus​ een stijging van € 2.​

Aflezen heffing: Uit de verschuiving van de aanbodlijn blijkt dat de​ heffing € 4 per stuk bedraagt. 1​p

Doorberekenen heffing: (2 / 4) x 100% = 50%. 1​p

Opgave 3

maximumscore 4

Een voorbeeld van een juiste berekening is:

 Markt A: de productie daalt van 50.000 naar 40.000 stuks, de CO2-

reductie is 10.000 x 6 = 60.000 kg. 1p

 Markt B: de oude hoeveelheid: Qv = Qa  –2P + 80 = 2P – 20 

P= 25 en daarbij geldt Q = 30.000. 1p

 Markt B: De nieuwe aanbodvergelijking wordt Qa = 2(P+5) – 20 

Qa = 2P – 10. 1p

 Markt B: de nieuwe hoeveelheid: Qv = Qa  P = 22,50 en Q = 35.000.

De CO2-uitstoot neemt toe met 5.000 x 2 = 10.000 kg.

 Per saldo is de CO2-reductie 60.000 – 10.000 = 50.000 kg. 1p

Opgave 4

Opgave 5

maximumscore 2

Een voorbeeld van een juist antwoord is:

• De prijs is € 20 en de variabele kosten per product zijn € 5 + € 4

(heffing) = € 9. 1p

• Omdat P > GVK zal het bedrijf Knop doorgaan met produceren, omdat

dit tot een lager verlies leidt dan stoppen met produceren. 1p

Opdracht 6

Een voorbeeld van een juist antwoord is:​

 Een prijsdaling van product B zal ervoor zorgen dat de vraag naar​

     product A afneemt vanwege de positieve kruislingse prijselasticiteit.​ 1p

 Hierdoor daalt de productie van A en daarmee de CO2-uitstoot van​

product A.​ 1p

     of​

  De kruislingse prijselasticiteit is positief, dus er is sprake van​

     substituten.​ 1p

  Een prijsdaling van product B leidt dus tot een vraagdaling van product​

     A, waardoor de CO2-uitstoot daalt.​ 1p