Een wederkerend voornaamwoord is een werkwoord waarbij ‚zich‘ gebruikt wordt. Zowel in het Duits als het Nederlands komen deze werkwoorden regelmatig voor.
Voorbeelden:
zich vergissen > ik vergis me - Ich irre mich
zich verheugen > hij verheugt zich- Er freut sich
zich interesseren > wij interesseren ons - Wir interessieren uns
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Sehen und Hören: Tiny Houses liegen im Trend
1. Lies die Fragen und markiere unbekannte Wörter. Fragt die Bedeutung nach.
Slide 6 - Tekstslide
Grammatik: Präteritum und Partizip II - haben, sein, werden
Slide 7 - Tekstslide
Grammatik - haben, sein werden
2. Das Partizip II (voltooid tegenwoordige tijd) van haben, sein en werden
Als je in een zin een voltooid deelwoord gebruikt, dan geef je aan dat iets al gebeurd is. Voltooid betekent dat iets af is. Er gebeurt daarna niets meer. De werkwoorden haben, sein en werden zijn onregelmatige werkwoorden. Het helpt om de vormen van het voltooid deelwoord uit je hoofd te leren.
Haben: Er hatwirklich Glück gehabt! - Hij heeft echt geluk gehad.
Sein: Daniel ist in Spanien gewesen. - Daniel is in Spanje geweest.
Werden: Mirna ist krank geworden. - Mirna is ziek geworden.
Het voltooid deelwoord van haben = gehabt
Het voltooid deelwoord van sein = gewesen
Het voltooid deelwoord van werden = geworden
Slide 8 - Tekstslide
Grammatik: Präteritum und Partizip II - zwakke werkwoorden
Slide 9 - Tekstslide
Grammatik: Präteritum und Partizip II - zwakke werkwoorden