4hh 9/12: 7.12 en zinnen begrenzen

Welkom!
Pak alvast: leesboek en laptop
Laptops blijven dicht
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak alvast: leesboek en laptop
Laptops blijven dicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Lezen
Spelling: 7.12 
Formuleren:
Zinnen correct begrenzen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les...
... weet je wanneer je zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden met -e en -en schrijft;
... weet je hoe je zinnen correct begrenst.

Slide 3 - Tekstslide

§12 Telwoorden
Woorden als sommige, vele, enkele, beide schrijf je met een -e
  • Als ze bijvoeglijk gebruikt worden
  • 'Enkele leerlingen'
  • Als ze betrekking hebben op zaken of dieren
  • 'Die exotische vogels zijn prachtig, maar de meeste zijn niet te koop.'
  • Betrekking op woord dat al eerder genoemd is in dezelfde zin? Dan kan je -e schrijven als je het woord achter het telwoord zou kunnen invullen
  • 'De klanten van de KLM toonden zich ontevreden en enkele dienden zelfs een klacht in.'

Slide 4 - Tekstslide

§12 Telwoorden
Woorden als sommige, vele, enkele, beide schrijf je met een -en
  • Als ze zelfstandig worden gebruikt én betrekking hebben op personen
  • Slechts weinigen zijn werkelijk van de situatie op de hoogte.
  • Betrekking op woord dat al eerder genoemd is in dezelfde zin?
  • Je schrijft -en als je het woord niet achter het telwoord kunt invullen:
  • ‘U kunt beter opstappen’, merkten de aandeelhouders op, die allen vonden dat de bestuursvoorzitter veel foute beslissingen had genomen.

Slide 5 - Tekstslide

Zinnen correct begrenzen
Het na lange procedures afwijzen van asielaanvragen blijft in de samenleving een zeer gevoelig onderwerp. Omdat er beslissingen worden genomen die het leven van mensen totaal kunnen veranderen, vooral kinderen kunnen daar last van hebben. Want zij zijn na een aantal jaren in ons land vaak gehecht geraakt aan vriendjes en vriendinnetjes, dat leidt er nogal eens toe dat Nederlanders protesteren tegen de gedwongen uitzetting van uitgeprocedeerde gezinnen.

Slide 6 - Tekstslide

Hoofdzinnen verbinden 1
  • Vandaag gaat Peter naar de bibliotheek. Hij heeft zijn boeken al weer uit.
  • Vandaag gaat Peter naar de bibliotheek, want hij heeft zijn boeken al weer uit.
  • Gebruik de nevenschikkende voegwoorden en, of, maar, want en dus om hoofdzinnen te verbinden. 
  • Plaats een komma voor de voegwoorden maar, want en dus.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdzinnen verbinden 2
  • Gebruik een puntkomma als twee hoofdzinnen inhoudelijk nauw met elkaar samenhangen. 
  • Bijna dezelfde functie als de punt; hij sluit de zin af.
  • De mededeling na de puntkomma is vaak net niet belangrijk genoeg om in een aparte zin op te nemen.
  • 'We hebben een mooie zomer gehad; vooral augustus was heerlijk zonnig.'

Slide 8 - Tekstslide

Hoofdzinnen verbinden 3
  • Gebruik de dubbele punt om twee zinnen te verbinden, als de tweede zin een verklaring bevat bij de eerste zin. 
  • Je kunt in plaats van de dubbele punt dan namelijk of want denken.
  • 'Mijn vrienden hadden een topavond in het stadion: hun club heeft weer gewonnen.'

Slide 9 - Tekstslide

Hoofd- en bijzinnen verbinden
  • Gebruik voegwoorden, zoals als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, omdat, terwijl, tenzij, tot, toen, voordat, zodat, zodra. 
  • Ik heb maar een regenpak aangetrokken. Omdat het is gaan regenen. 
  • Plaats voor het voegwoord een komma en schrijf de bijzin niet als losse zin!

Slide 10 - Tekstslide

Let op de leesbaarheid!
  • Verbind zinnen aan elkaar met voegwoorden, puntkomma of dubbele punt, maar:
  • Maak je zinnen niet te lang! 
  • Gemiddeld 20 woorden per zin
  • Varieer een beetje: wissel langer en kort met elkaar af

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
  • Oefenen met de opdrachten in de online methode
  • 7.12: sommige of sommigen
  • 5.1: herhalen zinnen begrenzen 
  • 5.3: zinnen begrenzen

Slide 12 - Tekstslide

Vooruitblik
Morgen: 5.5 verwijzen

Slide 13 - Tekstslide