H6 Markten 6.1 Vraag en aanbod op de markt opg. 6.8 t/m 6.18 (Kopen en Werken 2019)

Welkom! H6 Markten

6.1 Vraag en aanbod op de markt
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom! H6 Markten

6.1 Vraag en aanbod op de markt

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
- Herhalen 6.1 t/m opdr. 6.7

- 6.1 Vraag en aanbod op de markt opdr. 6.8 t/m 6.18 (deel 2)
- Tussentijds zelfstandig aan het werk


Slide 2 - Tekstslide

Weet je het nog?

Wat zijn consumenten?

Slide 3 - Open vraag


Wat zijn producenten?

Slide 4 - Open vraag

De betalingsbereidheid van consumenten kunnen we laten zien door middel van de formule Qv = -200P + 1.000 (voorbeeld). Welk verband is er tussen de prijs en de gevraagde hoeveelheid? Maak de zin kloppend:

Als de prijs stijgt, (stijgt/daalt) de vraag en als de prijs daalt, (stijgt/daalt) de vraag
A
daalt, daalt
B
stijgt, stijgt
C
daalt, stijgt
D
stijgt, daalt

Slide 5 - Quizvraag

De leveringsbereidheid van producenten kunnen we laten zien door middel van de formule Qa = 400P - 500 (voorbeeld). Welk verband is er tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid? Maak de zin kloppend:

Als de prijs stijgt, (stijgt/daalt) de vraag en als de prijs daalt, (stijgt/daalt) de vraag
A
daalt, daalt
B
stijgt, stijgt
C
daalt, stijgt
D
stijgt, daalt

Slide 6 - Quizvraag

6.1 Vraag en aanbod op de markt
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • De evenwichtssituatie op de markt zowel grafisch als rekenkundig bepalen
  • Uitleggen hoe het prijsmechanisme voor marktevenwicht zorgt
  • Het onderscheid maken tussen concrete en abstracte markten
  • Beredeneren wanneer een vraag- of aanbodlijn verschuift

Slide 7 - Tekstslide

Vraag en aanbod bepalen de marktprijs
Markt: Een plaats waar vragers en aanbieder elkaar (virtueel) treffen.

Vragers en aanbieders bepalen samen de prijs op de markt

Evenwichtsprijs: De prijs waarbij er net zo veel gevraagd als 
                                    aangeboden wordt

Evenwichtshoeveelheid: De aangeboden en gevraagde 
                                                     hoeveelheid bij de evenwichtsprijs

Slide 8 - Tekstslide

De evenwichtsvoorwaarde
Evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid kan worden bepaald door de evenwichtsvoorwaarde op te lossen:

Evenwichtsvoorwaarde: Qa = Qv 

Bijvoorbeeld: 
Qv = -200P + 1.000
Qa = 400P - 500
Dan: -200P + 1.000 = 400P - 500
           P = ?

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
5:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 6.8 t/m 6.11 op bladzijde 78 t/m 79. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden op, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 10 minuten de tijd
Klaar? Meld je bij de docent.
Na 10 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door. Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 6.9a blz 78

Wat is de evenwichtsprijs?

Pe=?

Slide 11 - Open vraag

Opgave 6.9b blz 78

Wat is de evenwichtshoeveelheid?

Qe=?

Slide 12 - Open vraag

Opgave 6.9c blz 78

Hoeveel is de totale omzet? Schrijf ook de berekening erbij

Slide 13 - Open vraag

Opgave 6.11b blz 79

Wat wordt het aanbod bij een prijs van €3,-?


Slide 14 - Open vraag

Opgave 6.10a blz 79

Wat is de evenwichtsprijs?

Pe=?

Slide 15 - Open vraag

Opgave 6.10a blz 79

Wat is de evenwichtshoeveelheid?

Qe=?

Slide 16 - Open vraag

6.10b: Upload een foto van je Grafiek (bron 6.8)

Slide 17 - Open vraag

Opgave 6.10b Grafiek

Slide 18 - Tekstslide

Opgave 6.10c blz 79

Hoeveel is de maximale betalingsbereidheid van de vragers?

Slide 19 - Open vraag

Opgave 6.10d blz 79

Hoeveel is de minimale leveringsbereidheid van de aanbieders?

Slide 20 - Open vraag

Opgave 6.10e blz 79

Hoeveel is de dagelijkse omzet?

Slide 21 - Open vraag

Opgave 6.10f blz 79

Wat wordt de prijs bij een afzet van 400 BBQ pakketten?

P=?

Slide 22 - Open vraag

Opgave 6.11a blz 79

Wat wordt de vraag bij een prijs van €3,-?


Slide 23 - Open vraag

Opgave 6.11b blz 79

Wat wordt het aanbod bij een prijs van €3,-?


Slide 24 - Open vraag

Opgave 6.11c blz 79

Hoeveel is het overschot? Is dit een vraagoverschot of aanbodoverschot


Slide 25 - Open vraag

Prijsmechanisme
Prijsmechanisme 
Vraag
Aanbod

Slide 26 - Tekstslide

Prijsmechanisme
Hoe?

Meer aanbod dan vraag:
        prijs omlaag          vraag omhoog/aanbod omlaag

Net zolang tot                                    Vraag en aanbod in evenwicht



Slide 27 - Tekstslide

Consumeren en investeren
Consumeren: Het kopen van goederen of diensten door                                                                            gezinnen om in hun behoeften te voorzien
  • Primaire goederen of diensten --> WEL noodzakelijk om te leven
  • Luxe goederen of diensten --> NIET noodzakelijk om te leven
--> reageren verschillend op prijsverandering

Investeren: Het kopen door bedrijven van goederen of diensten                           die ingezet worden bij het productieproces

Slide 28 - Tekstslide

Verschillende markten
Concrete markt: Waar vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar                                               ontmoeten 
               zoals winkel, marktkraam, veiling, supermarkt, internet

Abstracte markt: Het geheel van vraag naar en aanbod van een goed of                                                  dienst (óf arbeid, vermogen, valuta) --> evenwichtsprijs
               geen sprake van plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten

Slide 29 - Tekstslide

Verschuiven vraag- of aanbodlijn
Als er iets verandert waarbij bij dezelfde prijs toch meer of minder vraag of aanbod is, moet de vraag- of aanbodvergelijking worden aangepast:

Bijvoorbeeld:
  • Prijzen van andere soortgelijke producten (vraag wijzigt)
  • Hoger of lager inkomen (vraag wijzigt)
  • Inkoopprijs voor aanbieders wordt hoger (aanbod wijzigt

Slide 30 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
10:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 6.12 t/m 6.18 op bladzijde 79 t/m 81. Je mag overleggen.
Schrijf de volledige antwoorden op, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 10 minuten de tijd
Klaar? Meld je bij de docent.
Na 10 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. Je geeft dan je antwoord via lesson up door. Iedereen moet zijn antwoord kunnen uitleggen.

Slide 31 - Tekstslide

Opgave 6.13 blz 79

Is er bij de aankoop van Madeleine sprake van consumptie?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quizvraag

Opgave 6.14a: Consumeren of investeren?

Klaas heeft pak melk gekocht maar kan deze niet meer drinken door bederf.
A
Consumeren
B
Investeren

Slide 33 - Quizvraag

Opgave 6.14b: Consumeren of investeren?

Anne laat haar haren knippen door de kapper.
A
Consumeren
B
Investeren

Slide 34 - Quizvraag

Opgave 6.14b: Consumeren of investeren?

Mohammed, eigenaar van slagerij, koopt koelkast voor zijn zaak.
A
Consumeren
B
Investeren

Slide 35 - Quizvraag

Opgave 6.14b: Consumeren of investeren?

Een taxibedrijf koopt nieuwe koelkast voor kantine
A
Consumeren
B
Investeren

Slide 36 - Quizvraag

6.15a blz 80:
Primaire goederen

Slide 37 - Woordweb

6.15a blz 80:
Luxe goederen

Slide 38 - Woordweb

Opgave 6.16a blz 80

Van welke goederen zal vraag meest afnemen als prijs hoger wordt?
A
Primaire goederen
B
Luxe goederen

Slide 39 - Quizvraag

Opgave 6.16b blz 80

Welke bron geeft de vraag van drinkwater weer?
A
bron 6.9
B
bron 6.10

Slide 40 - Quizvraag

Opgave 6.17 blz 80

Geeft bron 6.8 een concrete of abstracte markt weer?

A
concrete markt
B
abstracte markt

Slide 41 - Quizvraag

Opgave 6.18a blz 81: Koppel de juiste grafiek

Deze lijn geeft het gedrag van vragers naar ene product aan dat tot de eerste levensbehoeften hoort.

A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4

Slide 42 - Quizvraag

Opgave 6.18b blz 81: Koppel de juiste grafiek

De aanbieders van dit product brengen dit product pas op de markt, als ze zeker weten dat ze minstens een bepaalde prijs voor dit product kunnen krijgen.

A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4

Slide 43 - Quizvraag

Opgave 6.18c blz 81: Koppel de juiste grafiek

Deze lijn geeft het gedrag van vragers naar een luxe product aan. Bij een kleine prijsverandering verandert de vraag naar dit product sterk.
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4

Slide 44 - Quizvraag

Opgave 6.18d blz 81: Koppel de juiste grafiek

Deze lijn geeft het aanbod van snijbloemen op een bepaalde dag op een veiling weer. Als de bloemen zijn geoogst, moeten ze de volgende dag op de veiling worden aangeboden.
A
Grafiek 1
B
Grafiek 2
C
Grafiek 3
D
Grafiek 4

Slide 45 - Quizvraag

Checken leerdoelen
Leerdoelen:

Je kunt nu

  • De evenwichtssituatie op de markt zowel grafisch als rekenkundig bepalen √
  • Uitleggen hoe het prijsmechanisme voor marktevenwicht zorgt √
  • Het onderscheid maken tussen concrete en abstracte markten √
  • Beredeneren wanneer een vraag- of aanbodlijn verschuift √

Slide 46 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende week


Maken: Opgave 6.19 t/m 6.21 blz 81 en 82

Slide 47 - Tekstslide