AFP 1 - Les 5

AFP 1 - Les 1
Anatomie, Fysiologie, Pathologie 1 - 
Les 5
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie/fysiologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

AFP 1 - Les 1
Anatomie, Fysiologie, Pathologie 1 - 
Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Terugblik les 4 - Alvleesklier, galblaas en dunne darm
  • Opname van voedingsstoffen
  • Dikke darm
  • Herhaling 
  • Doornemen lesstof voor de toets
  • Oefentoets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Les 1: Introductie spijsverteringskanaal
Les 2: Mond, gebit en slokdarm + Enzymen
Les 3: Maag, milt en lever 
Les 4: Alvleesklier, galblaas, en de dunne darm
Les 5: De opname van voedingsstoffen en dikke darm

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke twee functies van de alvleesklier ken je?

Slide 5 - Open vraag

De endocriene functie, die een belangrijke rol speelt bij de suikerstofwisseling en het regelen van de bloedsuikerspiegel.
De exocriene functie, die een belangrijke rol speelt bij de spijsvertering.
Een andere naam voor de alvleesklier is:
A
Duodenum
B
Jejunum
C
Ileum
D
Pancreas

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke bestanddelen bestaat het pancreassap? (alvleeskliersap)

Slide 7 - Open vraag

Het pancreassap bevat diverse enzymen voor het verteren van:
  • Koolhydraten (amylase)
  • Vetten (lipase)
  • Eiwitten (proteasen of proteolytische enzymen)
Daarnaast bevat het pancreassap natriumbicarbonaat:
Zorgt ervoor dat de zure spijsbrij uit de maag wordt geneutraliseerd. Dat is belangrijk omdat het zuur anders de darmwand zou kunnen beschadigen.
alvleesklier
maagsapklieren
lever
gal
pepsinogeen
lipase
amylase

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan is verantwoordelijk voor de productie van gal?
A
Alvleesklier
B
Lever
C
Galblaas
D
Maag

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies heeft gal?

Slide 10 - Open vraag

Afvoer van giftige stoffen;
Bevordering van vetstofwisseling, door het kleiner maken van vetbolletjes;
Opname van vet oplosbare stoffen in de darm bevorderen
Kies het juiste antwoord
A
Hydrofoob = Gek op water Hydrofiel = Bang voor water
B
Hydrofoob = Gek op vet Hydrofiel = Bang voor vet
C
Hydrofoob = Bang op water Hydrofiel = Gek voor water
D
Hydrofoob = Bang op vet Hydrofiel = Gek voor vet

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Galzouten zorgen voor:
A
Het verkleinen van de koolhydraten
B
Het verkleinen van de vetdruppeltjes
C
Het mengen van het vet met de waterige spijsverteringssappen
D
Het verhogen van de pH na de zure omgeving in de maag

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een emulsie?

Slide 13 - Open vraag

Een emulsie is een mengsel van niet-mengbare vloeistoffen die onder normale omstandigheden geen stabiel homogeen mengsel vormen.
Zonder speciale ingrepen scheiden de twee vloeistoffen spontaan van elkaar. Voor het verkrijgen van een stabiele en homogene emulsie is een emulgator nodig.
Hoe kunnen galzuurzouten vetten emulgeren?

Slide 14 - Open vraag

Galzuurzouten in gal zijn hydrofoob en hydrofiel. Het hydrofobe deel bindt aan vet en het hydrofiele deel aan het water. Galzuurzouten zijn dus de emulgator en zorgt ervoor dat de vetmoleculen kleiner kunnen worden.
Een andere naam voor de 12 vingerige darm is:
A
Duodenum
B
Jejunum
C
Ileum
D
Pancreas

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke afvoerbuizen monden uit in de 12 vingerige darm?
A
Alvleesklier Lever
B
Lever Galblaas
C
Alvleesklier Pancreas
D
Alvleesklier Galblaas

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies van de dunne darm ken je?

Slide 17 - Open vraag

Verteren van voedsel
Opnemen van voedingsstoffen
Trekken de kringspieren voor of na een voedselbrok samen bij darmperistaltiek in de dunne darm?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke spijsverteringsprocessen vinden er plaats in de dunne darm?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heeft de dunne darm veel opnamecapaciteit?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Van groot naar klein, de drie vormen van oppervlakvergroting in de darm zijn:
A
darmvlokken, darmplooien, microvilli
B
microvilli, darmvlokken, darmplooien
C
darmplooien, darmvlokken, microvilli

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voeding is verteerd en
wordt opgenomen,
en dan?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Jij:
  • Kunt beschrijven op welke wijze voedingsstoffen worden opgenomen in ons lichaam
  • Kunt beschrijven op welke wijze voedingsstoffen worden getransporteerd door ons lichaam
  • Kent de functies van de dikke darm
  • Kunt de bouw van de dikke darm beschrijven
  • Kunt toelichten welke spijsverteringsprocessen er plaatsvinden in de dikke darm






Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opname door de dunne darm
  • Darmplooien - darmvlokken - microvilli
  • microvilli - uitsteeksels dekweefselcellen
  • Vergroting oppervlak (100m2)
  • Resorptie -> opname voedingsstoffen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Resorptie: opname voedingsstoffen

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opname voedingsstoffen
  • Opname van voedingsstoffen in dunne darm.
  • De voedingsstoffen, die in water op kunnen lossen komen in darmslagader en via poortader naar de lever. 
  • Bijv. monosachariden (glucose), mineralen, vitamines, aminozuren en nucleotiden. 
  • De lever slaat ze op of bewerkt ze en geeft ze af aan de rest van de bloedsomloop. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar de lever
  • In water oplosbare stoffen via darmvlokken in bloed:
Monosachariden (glucose), zouten, vitamines, aminozuren

  1. Haarvaten darm -> poortader
  2. Richting lever: opslag/bewerking voedingsstoffen 
  3. Eindproducten vetvertering via lymfestelsel naar sleutelbeenader

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetproduct opname
  • Dekweefselcellen van de darm verpakken vetproducten in eiwitbolletjes. 
  • Dan via weefselvloeistof naar lymfe. 
  • Met de lymfe naar de ondersleutelbeenader en in bloedsomloop.
 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lymfevaten

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting - opname voedingsstoffen
  • In water oplosbare stoffen via darmvlokken in bloed:
Monosachariden (glucose), zouten, vitamines, aminozuren

  1. Haarvaten darm -> poortader
  2. Richting lever: opslag/bewerking voedingsstoffen

  • Eindproducten vetvertering via lymfestelsel naar sleutelbeenader

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De dikke darm

Slide 33 - Tekstslide

Krijgt binnen wat de dunne darm niet kan verwerken, zoals voedingsvezels. Deze voedingsvezels worden afgebroken door de bacteriën in de dikke darm. 

De dikke darm neemt de door bacteriën geproduceerde vitamine K op. Vitamine K is nodig voor de bloedstolling.
De dikke darm
De dikke darm (colon): Laatste deel van de spijsvertering
  • Ongeveer 1.5 meter lang
  • Bevat onverteerde resten uit dunne darm
  • Bevat veel (goede) bacteriën
  • Bacteriën produceren o.a. vitamine K!
  • Dikke darm neemt ook vocht op uit voedselbrij

Ontlasting: Slijm, water, onverteerde voedingsresten en 
darmbacteriën

Slide 34 - Tekstslide

Krijgt binnen wat de dunne darm niet kan verwerken, zoals voedingsvezels. Deze voedingsvezels worden afgebroken door de bacteriën in de dikke darm. 

De dikke darm neemt de door bacteriën geproduceerde vitamine K op. Vitamine K is nodig voor de bloedstolling.

Slide 35 - Tekstslide

De dikke darm bestaat uit verschillende onderdelen:
  • Caecum: blinde darm
  • Appendix: wormvormig aanhangsel
  • Opstijgende - dwarse - afdalende en s-vormige darm
  • Rectum: endeldarm
Zoek uit!
Zoek uit welke functie de volgende onderdelen van de dikke darm hebben:
  • Caecum: blinde darm
  • Appendix: wormvormig aanhangsel
  • Opstijgende - dwarse - afdalende en s-vormige darm
  • Rectum: endeldarm

Slide 36 - Tekstslide

1. Blinde darm
De blindedarm is een orgaan in uw lichaam dat ongeveer 5 centimeter lang is. Het hangt laag in de buik vlakbij de opening van de dikke darm (de colon). De functie van de blindedarm is niet bekend, maar artsen denken dat hij kan helpen de goede bacteriën in uw darmen te beschermen tegen infectie door slechte bacteriën; of kan fungeren als een soort “veilig huis” voor nuttige darmmicroben als er iets gebeurt waardoor hun delicate evenwicht elders in het spijsverteringsstelsel wordt verstoord, zoals diarree of voedselvergiftiging.

2. Wormvormig aanhangsel (Appendix)
Het wormvormig aanhangsel is een dunne buis die uit de blinde darm steekt. De precieze functie is nog niet volledig bekend, maar men denkt dat het een rol kan spelen in het immuunsysteem, vooral bij jonge kinderen. Het kan dienen als een soort opslagplaats voor goede bacteriën die helpen bij de spijsvertering, vooral na een infectie in de darm.
3. Opstijgende, dwarse, afdalende en s-vormige darm (Colon ascendens, colon transversum, colon descendens, sigmoïd)
Deze delen vormen samen de dikke darm en hebben de volgende functies:
• Opstijgende darm (Colon ascendens): Deze neemt water en zouten op uit de darminhoud en geeft die door naar de dwarse darm. Het helpt de darminhoud dikker te maken door het verwijderen van water.
• Dwarse darm (Colon transversum): Dit deel van de dikke darm transporteert voedselresten van de rechterkant naar de linkerkant van het lichaam. Het neemt ook water en zouten op, maar is voornamelijk verantwoordelijk voor de opslag van uitwerpselen.
• Afdalende darm (Colon descendens): In dit deel worden de ontlasting verder ingedikt door opname van water en elektrolyten. Het bereidt de voedselresten voor op de opslag in het sigmoïd en rectum.
• S-vormige darm (Colon sigmoïdeum): Dit laatste deel van de dikke darm slaat ontlasting op voordat het naar het rectum wordt getransporteerd. De s-vormige darm reguleert het doorgeven van ontlasting naar het rectum.
4. Rectum
Het rectum is het laatste gedeelte van de dikke darm, dat de ontlasting tijdelijk opslaat voordat het via de anus wordt uitgescheiden. Het speelt een belangrijke rol in de defecatie door signalen naar de hersenen te sturen wanneer de darm vol is en geleidelijk de ontlasting door te geven.

Ontlasting
Peristaltiek dikke darm:
  • Drie spierbanden over de lengte van de dikke darm
  • Hun samentrekkingen zorgen voor bolling van de darm
  • In de 'instulpingen' wordt slijm geproduceerd

Ontlasting wordt uiteindelijk opgeslagen in rectum:
  • Meer ontlasting in rectum = meer druk op wand
  • Meer druk op de wand = aandrang (defecatiedrang)
  • Uitwendige kringspier ontspannen = ontlasten

Slide 37 - Tekstslide

Het slijm helpt de voedselbrij om zich te verplaatsen door de darm.

Anus heeft een inwendige en uitwendige kringspier. De inwendige kringspier ontspant zich bij toenemende druk, wat zorgt voor defecatiedrang.
Darmflora
Darmflora
  • 100 soorten per mens, in totaal >1000 soorten
  • Aanmaak vit.K, aanmaak bruine kleurstoffen
  • Hechten aan binnenkant v/d darm, voorkomt groei slechte bacteriën

Prebiotica -> stimuleren groei nuttige bacteriën
Probiotica -> voedingsmiddelen dat nuttige bacteriën bevat

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opname door de dikke darm
  • 7L verteringssappen per dag
  • Resorptie -> opname van water -> voorkomt uitdroging
  • Overblijfsel (voedselbrij zonder water) -> ontlasting, opgeslagen in endeldarm

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke wijze worden voedingsstoffen opgenomen in ons lichaam?

Slide 41 - Open vraag

In water oplosbare stoffen via darmvlokken in bloed:
Monosachariden (glucose), zouten, vitamines, aminozuren
Haarvaten darm -> poortader
Richting lever: opslag/bewerking voedingsstoffen

Eindproducten vetvertering via lymfestelsel naar sleutelbeenader
Vetten kunnen op dezelfde manier zoals koolhydraten en eiwitten worden opgenomen in ons lichaam
A
Juist
B
Niet juist

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vetten worden verpakt in eiwitbolletjes voordat ze worden opgenomen in ons lichaam. Wat is hiervan de reden?

Slide 43 - Open vraag

Water en vet mengen niet goed. Door vet te verpakken in eiwitbolletjes kan je de vetten toch oplossen in het vocht & bloed doordat de eiwitbolletjes een emulgerende werking hebben.
Waarom gaat bloed vanuit de darm eerst naar de lever?

Slide 44 - Open vraag

De lever slaat voedingsstoffen op, of bewerkt deze
Hoeveel soorten darmbacteriën heeft een mens gemiddeld?
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als alle nuttige voedingsstoffen in de dunne darm al zijn opgenomen, waarom hebben we de dikke darm dan nog nodig?

Slide 46 - Open vraag

In de dikke darm wordt water geresorbeerd (terug in het bloed opgenomen)
Voedingsmiddelen met daarin nuttige bacteriën noemen we...
A
Prebiotica
B
Probiotica
C
Antibiotica
D
Semibiotica

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de blinde darm?

Slide 48 - Open vraag

De blindedarm is een orgaan in uw lichaam dat ongeveer 5 centimeter lang is. Het hangt laag in de buik vlakbij de opening van de dikke darm (de colon). De functie van de blindedarm is niet bekend, maar artsen denken dat hij kan helpen de goede bacteriën in uw darmen te beschermen tegen infectie door slechte bacteriën; of kan fungeren als een soort “veilig huis” voor nuttige darmmicroben als er iets gebeurt waardoor hun delicate evenwicht elders in het spijsverteringsstelsel wordt verstoord, zoals diarree of voedselvergiftiging.
Leerdoelen
Jij:
  • Kunt beschrijven op welke wijze voedingsstoffen worden opgenomen in ons lichaam
  • Kunt beschrijven op welke wijze voedingsstoffen worden getransporteerd door ons lichaam
  • Kent de functies van de dikke darm
  • Kunt de bouw van de dikke darm beschrijven
  • Kunt toelichten welke spijsverteringsprocessen er plaatsvinden in de dikke darm






Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toets
  • LessonUp lessen 1 t/m 5
  • Theorieboek
  • Oefentoets
  • Opdrachten
  • Aantekeningen 

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
Les 1: Introductie spijsverteringskanaal
Les 2: Mond, gebit en slokdarm + Enzymen
Les 3: Maag, milt en lever 
Les 4: Alvleesklier, galblaas, en de dunne darm
Les 5: De opname van voedingsstoffen en dikke darm

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies