H2c P4 Unidad 6 Les 8 + Les 9 - KOL (6-06-2023/ 07-06-2023)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

¡Bienvenidos! - Les 8 (dinsdag)

Preguntas --> mail mevr. vd Koot 

El programa de hoy

• 5 min   - Empezamos
• 10 min  - Comprobar los deberes 
• 10 min - Voorzetsels
• 25 min  - Voca + frases clave
• Los deberes 
• Reflexión

10 min - Comprobar los deberes 

Huiswerk  

- Leren voca 6.4 en 6.5, - Leren Frases clave  - Leren Gram. 36,37, 38 - Leren Grote getallen

- Maken TB p. 83 oef 5A

- Maken TB p. 87 + VOC p. 36 (hoort bij elkaar)

+ huiswerk van vorige lessen afhebben:

-voc p. 23 oef 14 & TB p84. oef 4.

-voc. p. 30 oef 28 

- TB p.82 de tekst van Miriam of van Diego. (Herschrijf de tekst over jouzelf, dus in de ik-vorm. Je mag plaatsnamen/plekken veranderen zodat het beter past bij jouw eigen vakantie.)

- voc. p.20-21 oef 11bc (perfecto)

- voc. p.29-30 oef 27 (oefenen met tijdsaanduidingen en de plaats daarvan in de zin)

- voc. p. 30 oef 28

--> klassikaal nakijken, opdr voc p. 23 oef 14 staat op volgende dia 

Antw. voc. p. 23 oef 14

Ejercicio 14a

1 hemos buscado

2 he llevado

3 ha vivido

4 has participado

5 habéis visitado

6 han bebido

Ejercicio 14b

1 ha surfeado

2 ha rellenado

3 han hecho

4 he escrito

5 han jugado al tenis

6 has visto

indien nog niet nagekeken: p. 16/17 ejercico 27ab

oef 27ab: 

1. más joven que - jonger dan

2. menos estrictos que - minder streng dan

3. tan pesado como - even zwaar als

4. menos caro que - minder duur dan

5. mejor que - beter dan

indien nog niet nagekeken: p. 16/17 oef 27c

1. Mi hermana es tan caótico como yo

2. Los padres de José son más estrictos que mis padres/ Mis padres son más estrictos que los padres de José

3. Fernando es menos amable que Isabel/ Isabel es menos amable que Fernando

4. Juan es más alto que Fátima

5. (yo) Soy tan inteligente como mi amigo

indien nog niet nagekeken: Voc p. 17/18 oef 28?

1. más grande que

2. más pequeña que

3. tan amable como

4. más barata que

5. tan perezoso como

6. más cara que

B en C klassikaal bespreken

indien nog niet nagekeken: p. 18 oef 29

1. Pablo es más amable que Javier

2. Mi padre es más tranquilo que mi madre

3. Los pantalones son tan caros como los jerseys

4. Nuestro colegio es más pequeño que la universidad

5. Tu hermano es más gracioso que tu hermana

10 min - Voorzetsels

1.  Bekijk de uitleg
2. Maak: VOC. p. 45

Uitleg

en = in (ter plaatse van)

a = naar

de = van 

--> ‘de’  gebruik je ook bij vaste uitdrukking ‘ir de vacaciones’

--> 'a’ gebruik je ook bij de toekomende tijd 

15 min - Vocabulario + frases clave

Leer vocabulario 6.1 tm 6.5 

Leer frases clave 3

Los deberes 

Estudiar: 

Vocabulario  6.1 tm 6.5

Frases clave  3

Gram. 36,37, 38

Hacer: 

Evt. afmaken: voc p.45

¡Bienvenidos! - Les 9 (woensdag)

¿Preguntas?

El programa de hoy

• 5 min   - Empezamos
• 10 min - Test Vocabulario
• 20 min  - Lees-/luistervaardigheid
• 20 min - Repaso de grámatica
• 10 min - Quiz maken
• Los deberes 
• Reflexión

10 min - Test Vocabulario

Vocabulario 6.1 t/m 6.5 

→ overhoor elkaar in tweetallen 

Geef op de volgende dia aan wie je overhoord hebt en wat voor cijfer je hem/haar zou geven.

Ik heb ...... overhoord.
Ik zou hem/haar een .....(cijfer 0-10) geven.

Lees- + luistervaardigheid

Maak: 

WB p.72 oef 1(leva)

WB p.73 oef 3 (luva) 

audiofragment --> 

20 min - Grámatica - repaso

1. Futuro inmediato (toekomende tijd): 

• maak de opdracht op https://www.spanishunicorn.com/futuro-proximo/

2. Perfecto (verleden tijd): 

• Ga naar verbuga.eu  
• Selecteer: alle werkwoorden + tijd (pretérito) perfecto 

Tegenwoordige tijd ook nog oefenen? Kan ook via verbuga.eu of zie links op volgende dia. 

Klaar? https://espanol.lingolia.com/es/gramatica/tiempos/preterito-perfecto/ejercicios

Herhaling t.t. - repaso presente

Verbos – AR: https://www.languagesonline.org.uk/Spanish/Present2/1.htm 

 

Verbos – ER: https://www.languagesonline.org.uk/Spanish/Presente/7.htm 

Verbos – IR:https://www.languagesonline.org.uk/Spanish/Presente/5.htm 

10 min - Quiz maken  (+ hw)

Maak een quiz over de grammatica unidad 6

Wat gaat goed?
Wat gaat minder goed?
Waarom?

Los deberes 

Estudiar: 

Vocabulario  6.1 tm 6.5 

Frases clave  3

Gram. alles (zie studiewijzer voor leerstof TW)

Hacer: 

WB p.72 oef 1(leva)

WB p.73 oef 3 (luva)  (audiofragment zie lessonup Les 9)

Maak een quiz over de grammatica unidad 6

Einde....