les t/m les 25

Wat is het leukst dat je in de vakantie
hebt gedaan / meegemaakt?
1 / 52
volgende
Slide 1: Woordweb
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is het leukst dat je in de vakantie
hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 1 - Woordweb

Recap
Vragende voornaamwoorden
Betrekkelijke voornaamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf op in je schrift:
Het rijtje van:

servus
laeta
clarior
 qui  

Slide 3 - Tekstslide

mannelijk ev: servus, servi, servo, servum, servo
mv: servi, servorum, servis, servos, servis

vr/betr vnw ev: qui, cuius, cui, quem, quo
mv: qui, quorum, quibus, quos, quibus
vrouwelijk ev: laeta, laetae, laetae, laetam, laeta
mv: laetae, laetarum, laetis, laetas, laetis

comp ev: clarior, clarioris, clariori, clariorem, clariore
mv: clariores, clariorum, clarioribus, clariores, clarioribus


Slide 4 - Tekstslide

Vragende voornaamwoorden
qui        quae      quod
cuius      cuius       cuius
cui       cui        cui
quem     quam      quod
quo     qua      quo
etc. 

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig

OP ZICHZELF!

- Quis id fecit? / Quid fecit?
(Wie heeft dit gedaan? / Wat heeft hij gedaan?)
OF in een naamval:
- Cui donum dat?
(Aan wie geeft hij een gift?)


Bijvoeglijk

CONGRUEERT! 

- In qua via servus ambulat?
(Langs/op welke weg/waarlangs loopt de slaaf?)
- Quem Pikachum Ash capit?
(Welke Pikachu vangt Ash?)
- Cui servo donum dat?
(Aan welke slaaf geeft hij een gift?)

Slide 6 - Tekstslide

dat ev
dat mv
gen ev
abl ev
nom mv
quae 
quibus
qua
cuius
cui

Slide 7 - Sleepvraag

Betrekkelijk voornaamwoord
Zelfde rijtje als het vragend voornaamwoord!

Slide 8 - Tekstslide

dat ev vr
abl mv onz
gen ev ma
acc ev
acc mv 
quae 
quibus
quod
cuius
cui
quam

Slide 9 - Sleepvraag

Bijvoeglijk vragend voornaamwoord

Congrueert in GETAL en GESLACHT EN NAAMVAL
omdat het bijvoeglijk vr. vnw. HOORT bij een zelfst. naamwoord



Quam urbem Romam vocamus?
Betrekkelijk voornaamwoord


Congrueert in GETAL en GESLACHT
omdat het betrekkelijk voornaamwoord een eigen functie in de zin heeft en alleen terugverwijst

Urbem, quae aedificata est, Romam vocamus. 

Slide 10 - Tekstslide

Bijv. vr. vnw
Zelfst vr vnw
Betrek vnw
In qua lagoena ketchupus est?
Puer, cuius ... , fecit
Quid fit?
Qui puer .... fecit? 
Pikachus, qui .... , lacrimat

Slide 11 - Sleepvraag

LET OP:
quod = acc ev onz
maar betekent ook OMDAT (les 8)

Slide 12 - Tekstslide

Lezen inleidende tekst les 25 (blz. 90)

Slide 13 - Tekstslide

Vingers:
Wie van jullie is hardhorend/beetje doof?

Slide 14 - Tekstslide

A.c.I
na woorden als: zien, horen, voelen, menen, denken, bevelen,..
QUID???? QQQQUUUUIIDDDD?! 
Servus dicit: pikachus ibi ambulat!
Servus dicit pikachum ibi ambulare
Servus dicit: in piscina sto
Servus dicit se in piscina stare 

Slide 15 - Tekstslide

A.c.I
na woorden als: zien, horen, voelen, menen, denken, bevelen,..

Servus dicit: pikachus ibi ambulat!
De slaaf zegt: pikachu loopt daar!
Servus dicit pikachum ibi ambulare
De slaaf zegt dat Pikachu daar loopt

Slide 16 - Tekstslide

Fullonia
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Fullonia
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.

Slide 18 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 19 - Tekstslide

Fullonia
1. Stephanus fullo servis mandata dederat. Dum
2. servi mandata prima perficiunt, dominus operis
3. progressum custodiebat. Stephanus vidit servos
4. vasa in via colligere et in aream portare. Audivit
5. servos vasa plena urinae in piscinam fulloniae
  fundere.

Slide 20 - Tekstslide

Aantekening A.c.I.
Signaalwoorden: horen, bevelen, zien, merken, denken... 
zin met 'dat' in het Nederlands beginnen: ik hoor DAT...
- eerste ACC wordt OW van de 'dat'-zin
- INF wordt persoonsvorm van de 'dat'-zin

LET OP de tijd van de inf!! (uitleg komt volgende keer)
INF praesens: vocare |  INF perfectum: vocavisse

Slide 21 - Tekstslide

vert. t/m r. 10
6. Deinde iussit servos pedibus nudis in
7. piscina stare et vestes lavare. Inter laborem
8. gravissimum servi perpetue garriebant. Dixit
9. alius dominum crudelem esse, addidit alius
10. eum sempter mandata sordida dare. 

Slide 22 - Tekstslide

bespr. t/m r. 10
6. Deinde iussit servos pedibus nudis in

7. piscina stare et vestes lavare. Inter laborem

8. gravissimum servi perpetue garriebant. Dixit

9. alius dominum crudelem esse, addidit alius

10. eum sempter mandata sordida dare. 

Slide 23 - Tekstslide

bespr. t/m r. 10
6. Deinde iussit servos pedibus nudis in
vervolgens beval hij dat de slaven met hun blote voeten in het bassin stonden en dat zij kleding wasten.  ....
7. piscina stare et vestes lavare. Inter laborem
8. gravissimum servi perpetue garriebant. Dixit
... De een zei dat de meester wreed was, de ander voegde toe dat
9. alius dominum crudelem esse, addidit alius
hij altijd vieze taken gaf.
10. eum sempter mandata sordida dare. 

Slide 24 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 25 - Tekstslide

ler. woorden les 25 (1e helft)
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Maak een tekening 
waarop je de AcI uitbeeldt 
timer
2:00

Slide 27 - Tekstslide


Slide 28 - Open vraag

Aantekening A.c.I.
Signaalwoorden: horen, bevelen, zien, merken, denken... 
zin met 'dat' in het Nederlands beginnen: ik hoor DAT...
- eerste ACC wordt OW van de 'dat'-zin
- INF wordt persoonsvorm van de 'dat'-zin

LET OP de tijd van de inf!! 
INF praesens: vocare |  INF perfectum: vocavisse

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
  • intellexit servos suos eorum domino maledicere.  
  • maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester 

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laborare? 
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laboravisse? 
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werkten/hebben gewerkt?


Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
  • intellexit servos suos eorum domino maledicere.  
  • maar hij begreep dat zijn slaven roddelden over hun meester 

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laborare
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werken?

  • Ave, Hedone, nonne sentis nos silentio laboravisse
  • Gegroet, Hedone, je merkt zeker dat wij in stilte werkten/hebben gewerkt?


Slide 31 - Tekstslide

Infinitivus praesens
Infinitivus Perfectum
Gelijktijdig aan pers.v. HZ
Voortijdig aan pers.v. HZ
-re 
-isse
hij zei ... dat wij moesten...
Ik zeg ... dat hij wist.. 

Slide 32 - Sleepvraag

vert. les 25 t/m r. 15 
(periculo esse)

(bespreken over 10 minuten)
timer
10:00

Slide 33 - Tekstslide

r. 11-15
11. Stephanus sermonem servorum non optime audivit, sed

intellexit servos suos eorum domino maledicere.

Clamavit:'Desinite garrire. Non mihi placet vos

garrire. Nisi desinitis garrire, poena gravissima

vobis manet.'Servi scierunt se in periculo esse:

Slide 34 - Tekstslide


Huiswerk volgende keer
(maandag 1e uur; 13 september)

vert. les 25 t/m r. 22

Slide 35 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 36 - Tekstslide

Wat is het leukst dat je in het weekend
hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 37 - Woordweb

bespr. r. 11-15
11. Stephanus sermonem servorum non optime audivit, sed

12. intellexit servos suos eorum domino maledicere.

13. Clamavit:'Desinite garrire. Non mihi placet vos

14. garrire. Nisi desinitis garrire, poena gravissima

15. vobis manet.'Servi scierunt se in periculo esse:

Slide 38 - Tekstslide

Vert. r. 21-25 (zodadelijk opgave bij om te bespreken)
Subito Stephanus clamavit: ‘Audivi vocem! Quis

erat? Cuius vocem audivi?’ Postquam servi diu

timide tacuerunt, Lysander respondit: ‘O domine,

ego dixi ehm  … ego dixi ehm  …’ Hedone celeriter

addidit: ‘Cunctos servos silentio laborare debere.



Slide 39 - Tekstslide

Bespr. r. 16-20
16. olim dominus crudelis servos, quorum verba eum

17. laeserant, vendiderat. Silentio servi tristes lavabant

18. vestes. Intravit serva, cui dixit Lysander: ‘Ave,

19. Hedone, nonne sentis nos silentio laborare?

20. Iratior hodie dominus est.’



Slide 40 - Tekstslide

Welke zin komt eruit?

Slide 41 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 42 - Tekstslide

Les 26 t/m r. 6
1. Aiax est nomen asini, qui iterum iterumque in

2. pistrina molam movet: circumit, circumit,

3. circumit. Dum sine fine perpetuos suos orbes

4. similes facit, Aiax de vita cogitat: 

Slide 43 - Tekstslide

Les 26 t/m r. 6
4 ... , Aiax de vita cogitat: ‘Memini temporis

5. iuventutis meae. Memini solem semper luxisse

6. herbasque in clivis Vesuvii montis suaviter oluisse.

Slide 44 - Tekstslide

ler. woorden les 25
timer
5:00

Slide 45 - Tekstslide

Les 26 doen we t/m r. 15
= tevens huiswerk voor de volgende keer 

Slide 46 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 47 - Tekstslide

Huiswerkoverhoring
Tafels uit elkaar
Schrift en streepteksten op tafel
timer
11:11

Slide 48 - Tekstslide

Salvete omnes!

Slide 49 - Tekstslide

Wat is het leukst dat je in het weekend hebt gedaan / meegemaakt?

Slide 50 - Woordweb

Noteer 4 AcI's uit tekst 27
2x met een inf praes
2x met een inf pf

Slide 51 - Tekstslide

Stippenpuzzel les 27
Welke tekening komt eruit?

Voor +0,2 bonus

Slide 52 - Tekstslide