3a1 oefentoets spelling H1,2,3
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het (1. gebeuren, tt) regelmatig, dat iemand zijn jas met die van iemand anders (2. verwisselen, tt).
A
1. gebeurt
2. verwisselt
B
1. gebeurd
2. verwisselt
C
1. gebeurt
2. verwisseld
D
1. gebeurt
2. verwisseldt
Slide 2 - Quizvraag
(3. Verbazen, tt) het je, dat niemand je foto heeft (4. liken) op Instagram?
A
3. Verbaasd
4. Geliked
B
3. Verbaasd
4. Geliket
C
3. Verbaast
4. Geliket
D
3. Verbaast
4. Geliked
Slide 3 - Quizvraag
Omdat hij zo vaak van baan is (5. veranderen), is hij ook meer dan eens (6. verhuizen).
A
5. verandert
6. verhuisd
B
5. veranderd
6. verhuisd
C
5. veranderd
6. verhuist
D
5. verandert
6. verhuist
Slide 4 - Quizvraag
(7. Binden, tt) je boot stevig vast, zodat hij niet (8. wegdrijven, tt).
A
7. Bindt
8. Wegdrijft
B
7. Bind
8. Wegdrijft
C
7. Bint
8. Wegdrijfd
D
7. Bind
8. Wegdrijfd
Slide 5 - Quizvraag
De leerlingen (9. verwachten, vt) niet, dat hun docent het proefwerk zo snel zou hebben (10.corrigeren).
A
9. verwachten
10. gecorrigeert
B
9. verwachten
10. gecorrigeerd
C
9. verwachtten
10. gecorrigeerd
D
9. verwachtten
10. gecorrigeert
Slide 6 - Quizvraag
Joost (11. hockeyen, vt) vroeger vrijwel dagelijks en hij (12. squashen, vt) ook eenmaal per week.
A
11. Hockeyde
12. squashte
B
11. Hockeyden
12. squasht
C
11. Hockeyde
12. squashde
D
11. Hockeyte
12. squashde
Slide 7 - Quizvraag
Noteer het meervoud van de volgende zelfstandige naamwoorden: taxi, biografie, café, zee, tante, accu
Slide 8 - Open vraag
Noteer het verkleinwoord van de volgende zelfstandige naamwoorden: koning, foto, ruzie, spray, boom, bol
Slide 9 - Open vraag
Welk woord is verkeerd gespeld? Kies uit: geupdated, financieel, opticien, bacteriën
A
geupdated
B
financieel
C
opticien
D
bacteriën
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord is verkeerd gespeld. Kies uit: drieenzestig, financiele, s'avonds, ideeen.
A
drieenzestig, financiele
B
drieenzestig, s'avonds
C
s'avonds, ideeen
D
allemaal
Slide 11 - Quizvraag
Plaats een koppelteken waar nodig. Neem goed genoteerde woorden over. Kies uit: Latijns Amerika, 30+ kaas,
Slide 12 - Open vraag
Plaats een koppelteken waar nodig. Neem goed genoteerde woorden over. Kies uit: non-actief, dominoeffect
Slide 13 - Open vraag
Welk woord heeft geen koppelteken nodig?
A
mevrouw Bakker-de Jong
B
politie-auto
C
huis-aan-huisblad
D
IQ-test
Slide 14 - Quizvraag
toen iedereen aan het werk was, vroeg het meisje vooraan Kunt u even bij mij komen mevrouw
Slide 15 - Open vraag
de supporters, die geheel in het rood waren uitgedost kwamen te laat bij het stadion
Slide 16 - Open vraag
ze dacht was het maar vast pasen.
