* citeren: geef letterlijk de woorden uit de tekst (wees nauwkeurig!) * parafraseren: in eigen woorden uitleggen wat er staat
* verwijswoorden: waar verwijzen sommige woorden naar?
* uitleggen: leg uit waarom iets op basis van de tekst zo is
* tijd verklaren: verklaar waarom een tijd gebruikt is
* literaire vertaling: vergelijken met letterlijke vertaling